Paljas op podia
wacht in de nacht
eerder de wandelaar,
immer verteller
sneller chauffeur
dan de doorsnee besteller
minder malheur
dan de woelende wankelaar
bouwer van paginae
rondzoekend roosteraar
met de muziek mee
naar altijdgedacht
en maar immer verdacht
want projectie werkt sneller
dan geen agenda
anders dan slaaptekort
een voortdurend vort,
hup met de geit
(die, in stilte, decennia tijd verbeidt)
het is de wil tot het eeuwige ja
omdat nee niet werkt
en wél werken sterkt
maar ik doe het mijzelf wel steeds minder goed na.