Regen valt
Gemalen draaien
Sluizen sluiten
Vuistje balt
Maar wijst op buitenlanders
alsof die onze dijken
niet net zo goed zien wijken
voor waar zij zelf voor vluchtten
Dat hangt in onze luchten
Daar helpt geen meester aan
En er komt geen ruim baan
voor onze waterlanders
Wij zijn niet meer goedgeefs
(voor tegen eigen lijden)
maar tegen domheid strijden
zelfs de goden tevergeefs.