Ga naar de inhoud

Auteur: Michiel van Reenen

Terugsmurf

Zal ik een bloemetje
Vouwen, voor in je haar
Gun je me zoveel vertrouwen?
Gun je me dat we dat
Bouwen, ook op elkaar?
Waarom begrijp ik toch niks
Van vrouwen?
Blauwtje, ik hou zo
Van jou.

Café De Roemer, Haarlem.

Voor Debbie Scheltes.

Hadji

Kalm en vloeiend glijden
Doen de tijden hier
Allang niet meer
Waar zich mensen mijden
Keert strijdgemier
Altijd weer
Daar komt heibel van
Doe mij maar een bijbel dan
Beter dan een redeloze berg.

Café De Roemer, Haarlem.

Ecoganda

Goed in brons gegoten
Groepsgevoel
Bedot soms jaren schurkenstaten
Stoet, met kanonsschoten
Beroepsgewoel
Smeedt natiën aaneen, ook soms
Alle uiterlijke schijn
Is fijn voor als er mensen zijn
En schaadt niet, aan de beesten
Reden, om te feesten.

Café De Roemer, Haarlem.

Geestgronden

Waar een volk in kelderkerkers
Zich verliest in onschuld
Hebben buren, harde werkers
Daarvoor geen geduld
Maar zijn ze zelf geen ziertje beter
Troffel, touw, cement per meter
Metselt strekkend zich een ander
Verse horror, voor elkander
Jammer, van het sprookje.

Café De Roemer, Haarlem.

Over het spook van Dutroux, vs. de zaak Savanna.

Tongklak

Dan eet ik liever biefstuk
Zoals jij de dieren haat
Braadt in mij, zacht
Pril geluk
Dat veel te vaak verloren gaat
Om het stomme domme
Nog terwijl het naar me lacht
Nou, dat noem ik nuk.

Café De Roemer, Haarlem.

Brugslag

Kaptafelkaalheid
Reikt dieper dan dijtje
Het is een rijtje
Van dansende vaalvlijt

Waar ik jou wil
Als kadootje
Leidt ons plots
Het mallebrootje
Zelfs in Elst de feestpremier
En nog apetrots, ook.

Café De Roemer, Haarlem.

Bij gelegenheid van het Groot Dictee der Nederlandse Taal, editie 2004.

Wild gemuit

Brrrr
Vrijgezellenfeest
Krijg de geest, met
Pip, en veren
Hip een heel eind op, en
Hop
Jezelf met kopstoot
Naar de kleren
Dan weer fijn de ring in
Met de frisse bindzin:
proost, en duizend duiten.

Café De Roemer, Haarlem.

Vooraf aan dat van Fischer, R..

De wintermelle

Kijk, het is de wintermelle
Dat voorspelt weer sneeuw
Waarvan ik dan altijd
Weergeeuw
Waar blijft de schreeuw?
Laat de leeuw, die is
Uit rellen
Nu geen tijd, voor
Krijsend dellen
Kijk, het is de wintermelle.

Café De Roemer, Haarlem.

Wegwals

Wat zich rood, in
Scherpe juklijn
Rechts van mij verschanst
Weet zich op de
Volle dansvloer
Nog niet uitgedanst
Ik reik de
Afgehakte hand en droom
Van terrorisme.

Café De Roemer, Haarlem.

Kattenpaf

Als je katverkouden bent
Dan ligt daar op de leuning
Wat zich niet meer waant, dat weet zich
Van jouw kroeg de keuning
Als je in een onbewaakt moment
Denkt “aan mij geen gemauw, zeg”
Vrees dan wat, de klapwiek van de kat
Gaat nooit meer weg.

Café De Roemer, Haarlem.