De waaiende wind
die al dertig jaar stinkt
naar dixieland-orkestjes
en glanzende auti
en gladdige fauti
sigaren, achter vestjes
die wind stinkt keihard uit mijn bek
als ik, in vreemde, “Nederland” zeg
dat doet pijn, het is onkek
en, voor ons allen, uiteindelijk, pech
Wordt toch eens wakker, stakker.