Leren pluche
Dat onderkont
Mestvervaalt
Tot boerenbont
Liever lont in knalzaam kruit
Dan een plotse slurf, van achter
Eerder veel te ernstig wachter
Dan geblazen liedje uit.
Café Lugosi’s, Haarlem.
Leren pluche
Dat onderkont
Mestvervaalt
Tot boerenbont
Liever lont in knalzaam kruit
Dan een plotse slurf, van achter
Eerder veel te ernstig wachter
Dan geblazen liedje uit.
Café Lugosi’s, Haarlem.
Monter opgedonderd
En ook daarom niet zo bleek
Zit ik, net als elke week
Tevreden achter standglas
En de blauwe clown, verwonderd
Die mij net nog aankeek
Weet zich, zoals gister bleek
Lid van weer een randras:
De gebruinde blogger.
Café De Roemer, Haarlem.
Naar aanleiding van een discussie, bij B&W van de VARA, tussen Francisco van Jole en bekende bloggers, die mij op mijn site op 1 dag 2054 hits opleverde; het geheel deed mij in
In een droeve moesson van
Ondermaats gepraat
Rakelt zich dat dom orakel
Zat en banger dan
Alles dat het ziet, daaraan
Op aan rap gekakel
Zonder eerst te kijken:
Kunst. Moet. Blijcken.
Café De Roemer, Haarlem.
Naar aanleiding van een discussie, bij B&W van de VARA, tussen Francisco van Jole en bekende bloggers, die mij op mijn site op 1 dag 2054 hits opleverde; het geheel deed mij in
Aangenaam, maar dan
Voor heel onaangenamen
Waar ik traag door laagland kruip
Sluipt oneindig domheid samen
Dat komt dan weer op tv
Zo wonen wij samen
In een ander land.
Café De Roemer, Haarlem.
Naar aanleiding van een discussie, bij B&W van de VARA, tussen Francisco van Jole en bekende bloggers, die mij op mijn site op 1 dag 2054 hits opleverde; het geheel deed mij in
Alle tassen open
En eruit met al
Op tafel, in cadeaupapier
Eén groot glinsterbal
Pinksterpasen uitgesteld
Uitgestald, vergal
Kalverpet niet met gebral
Want dan telt geweld
Een tent vol leuke toestand
Lente in een winterkamer
Zenders in een weiland
Dwars door alles wild gehamer
Van een kinderhand
Adel, maar voornamer.
Café De Roemer, Haarlem.
Pomp meer vertrouwen in
Stellers, van norm
Bellers, van Storms
Es er de zekerheid in
Ergens, in die kille toekomst
Zit er dan alsnog
Erger dan riviervisch log
Plots en toch muziek in
Leven, in de duistertrog
Wentelzwemmen, naar omhoog
Mijn land houdt het niet droog
Dat is haar grootste zelfbedrog
Dat lijkt een Zeeuws dilemma.
Café De Souteneur, Haarlem.
Waar mijn zwaar getergde neus
De winterwende ruikt
Weet ik dat, in poolwind
Schuilt wat altijd fnuikt
Microscopisch kleine reus
Goliath die David sloopt
Altijd vroeg en onbemind
En, doorgaans, onverhoopt:
Moet maar overhoop
Want gooit het
Alles, dat het doet
Heel het leven op de loop
Want prooit het
Omdat het wel moet
Café De Roemer, Haarlem.
Bon beloond, wordt snel
Eenieder
Die te leven durft
Hoge bomen vangen niet
Veel wind
Ze worden omgezaagd
Wie de strop krijgt
Heeft daar zelf
En luidkeels om gevraagd:
Allemaal gelul.
Café De Souteneur, Haarlem.
Ik? Een knappe jongeman?
Ja, maar niet vandaag
Alles is zo waterig
Zo loden, en zo traag
Alles is zo herfstziek
Zo onder wol gestopt
Moest kennelijk naar buiten
Was vast opgekropt
Och, zal vast verkeren
Kwestie van goed smeren.
Café De Souteneur, Haarlem.
Zonder hek geen goed geleiden
Met, geen samengaan
Heras komt weer, tussen beiden
Groeien bramen tegenaan
Komen rare toetjes van
Te zuur, te zoet, te zonder
En zo is, zelfs afgezet
Deze plek een wonder
Elke hekplek is dat, want
Anders rasterde men niet
Maar deze is het net iets meer
Omdat u deze ziet
U ziet, dat gaat vanzelf.
Café De Roemer, Haarlem.