Ga naar de inhoud

Categorie: Uncategorized

Floortjes zijn koel

Floortjes zijn koel
ze ruimen de boel,
de plagen voor de wagen
der minister voorrijdt
Ze doen dat op tijd en
je hoeft niks te vragen
Ze kosten geen moer en
ze zijn ueberstoer
In iedere foodshop een Floortje!

In Annie M.G. Schmidt-bui, n.a.v. wegmoeten van Poes Floortje uit Amsterdamse Bakkerij (huisdieren viezer dan muizen, aldus, kennelijk, de Voedsel- en Waren-Autoriteit).

Ziekrijm

Je zult maar Q-koorts hebben
of de Z-gebetenheid

Het alfabet van ziekten
ligt te loer en beidt de tijd

Je kunt wel willen vluchten
naar een warm en ander land

maar daar zijn er nog meer
en staat ook vaak de boel in brand

Ik denk dus dat ik daarom maar
mezelf in mijn huis opsluit

Vanachter grote ramen naar
de buitenwereld fluit

En als ik mij verveel, dan
ga ik fijn mijn rijmpjes schrijven

Ik heb er al heel veel en
dat zal vast en lang zo blijven.

In Annie M.G. Schmidt-bui.

Drijfbloemen

Ik zie een zee van bloemen drijven
heel ver weg, verjaardag
Ik denk niet dat dat waar is maar
het beeld riviert heel aardag
Ik weet niet eens of het riviert, daar
zou ik wel kunnen zien
daar heb je satellieten voor
en websites bovendien
Het doet er ook niet toe
heb ik toch, veel te laat, geleerd
Maar het zijn mooie bloemen
Kerel, gefeliciteerd.

Bij de Kolkataner verjaardag van Adrianus Warmenhoven.

Leeg zweven II

Ik zet vanavond alles
in gedachten op de trein
– daarin verpakt de hele boel
door heel Europa jagen, fijn

Want ik ben alles zat
en ik wil niks meer, voor vandaag
een lege kop, een volle krat
en dan het duin omlaag

en naar de golfjes kijken
met echt niemand in de buurt
omdat geen mens hier prijken durft
als het zo herfstig guurt

Ik denk dat ik niet denk vandaag
Ik doe het lekker zonder
Kijken naar de meeuwen die
ik mateloos bewonder.

Kutvrouwen

Ik dacht altijd
dat dat erger was
om te liegen, dan om iets te zeggen –
Nu weet ik wat
nog erger is
bedriegen door niets te zeggen.

Denkend aan Diepenveen

Denkend aan Diepenveen
blijft mij het licht bij
licht dat er niet lijkt te zijn

Als je niet oplet dan is het er niet
En naar wat je niet kent ga je niet heen
Reden toch, voor ongevoeld verdriet

want Diepenveen
dat niet bestaat
verborgen vaak verloren gaat

is hoe het soms kan zijn:
licht, en rust, en rein.

n.a.v. Tweet van @jwsmit over ‘Moeke‘ te Diepenveen.

Onttovering

Onttovering zou ik het liefst
een wonderslinger geven
Zodat de harde tover, echt
zou hechten aan het leven

Dat al die bling, die schittering
die vaak voor tover doorgaat
sneven zou, met slechten
dat zou ik durven zingen

En als een springer beven
is altijd wel nog beter
dan in het lover hangen
maar blijft hoe dingen gingen

Gaan is niet voor bangen
Tover niet voor kijkers
die willen goochelaar
Ik wil dat niet, ik vind dat naar

Ik wil geen slappe strijkers
maar hoog en hard en sier
onttovering zou ik het liefst
dat brengt de tover hier.

Het heen en weer.

Het heen en weer dat elke keer
als ik niet kijk voorbijtrekt

dat gans het zwerk met grauw bedekt
en in de gauwigheid verdwijnt

dat heeft, als de ochtend schijnt
schijnt het, mij alweer geraakt

het kraakt in al mijn botten
die van binnenuit verrotten

krijg het heen en weer.

Bij schade, nietgevende nepmalloten, wenshebbende drogdromers – en kutmuziek, kutmuziek, kutmuziek.

Stuitend

Menig malloot rekent
zich snel rijker

als prijker met mening
op wereldwijd net

maar ik vind maar net
dat het allemaal armer

en weer minder warmer
is aangezet:

net als morgen zal
vandaag

nooit meer hetzelfde zijn
zo was het altijd al

eeuwen van bal:
een wereld vol pijn

en je kunt je ogen sluiten
doen of je niet ziet

dan gaat u hierop stuiten:
het helpt niet, het

helpt niet, het

helpt niet.

Om de Reaguurderswaanzin die op Apeldoorn volgde.

C09

Mijn sloffen donderen
over jouw macadam
Rammelend rond ik
de eerste bocht

En tegen de tijd
dat ik, net niet
de rand rakend
rakelings langs het lang
scheurend omlaag scheer

voel ik de wind
die niet waait
om mijn haren die
niet kunnen wapperen

onder mijn helm
Maar iedere schelm
zal toch iedere keer
juichend onbuigzame paal
voorbij klapperen

vallen de velgen
weer neer, weer neer
suis ik, verguis ik
maar kruis ik dat kutpaalstuk

ruk ik mijn wagen
de bocht uit, de looping in
even gewichtloos en zinkend
vertragen, toch joepelig hoepelend
er weer uitknallend

razend gevaarlijk dicht
langs gouden middaglicht
verder de banen langs door
de chicane

en dan, voor de gouden poort
spring ik verrukt
in de lucht en de vlucht voorbij

schiet ik het rood over
tover ik mij toch voor altijd
blij

gelukt, gelukt, gelukt:
er slaat tweemaal
klinkend edelmetaal:
ere wie ere toekomt.

Over Trackmania Nations Forever‘s huiveringwekkende Track C09.