Ga naar de inhoud

Categorie: Uncategorized

Krank

Zwartzaam galgif sluipt
Sluiks door zieke aderen
Doods en zout bloed kruipt
Stort uit manke raderen

Dram, breek, hamer
Van pijn doorklopte slapen
Stuipste puls per kamer
Erger, kilgeel gapen

– eenzaam einde naderend.

Twee uur te vroeg voor college Viskil, in kantine.

Zyklonluck

Dit vreet gebroken knoken
Halfverrotte lever in een
Bed van hol oedeem

Dit dwingt het bloed tot koken
Halfgesloten dode ogen
Spiegel van verbrijzeld zweem

Geluk beslaat gedachten, maar
Bestaat om te verkrachten.

Joepie, joepie, joepie!
Er straalt een wind van snaren!
Er knalt een koor van stemmen
En mijn oor wil niet bedaren –
Joepie, joepie, joepie!

Aangaande ‘Tripping the live fantastic’, gloednieuw dubbellive-cdwerk van McCartney, Paul.

Aue

Flies on open wounds starve
All over
Windshield
Crossbarred
Rover
Sand
Grover panicking
Instrument, sattelite
Voice, for the outstretched hand
So tell me.

Naar aanleiding van Keri Hulme’s ‘The bone people’. Tussen 15 october en 8 november 1999 bundel en agenda verloren (blijven liggen in trein). Volgde diepe depressie. Uiteindelijk weer opgehaald bij NS gevonden voorwerpen hoofddepot in Utrecht. Bovenstaand gedicht ergens in tussentijd geschreven, feitelijke datum onbekend.

Barbertje hangt.

Cyniek tot in het Maagdenhuis
Studentenjacht op centen –
Voor zichzelf en van de ander
Gij de pap, maar zij de krenten

Luister, boze Berber;
Je bent net zo lineair
Van blik als alle bollebozen
Net zo dierlijk, ander air

Stapel, barricaden op
Laat het volk te wapen roepen
Om een weídser ideaal
Pragmátischer, of stop.

Naar aanleiding van bezetting door studenten (waaronder actiegeile stadsgenote Berber Vollema) van het Maagdenhuis, contra Ritzen. Tussen 15 october en 8 november 1999 bundel en agenda verloren (blijven liggen in trein). Volgde diepe depressie. Uiteindelijk weer opgehaald bij NS gevonden voorwerpen hoofddepot in Utrecht. Bovenstaand gedicht ergens in tussentijd geschreven, feitelijke datum onbekend.

Kakel hel ondood

Miesfielt, sprietkrijs, antilijf
Koord door kille kracht tot moord
Bottenbrijzel afgrijs iel
Kruiskruiend zielscherpe haaksodomie
Jij en jullie
Splijthaat
Worm

Bij ‘de conventionaliteit van taalhandelingen’ van D. Wunderlich, n.a.v. ‘Voyage of the damned’, Tros TV2 13 october. Over Joseph Goebbels.

Eland

Vandaag, als ik dwarsgewijs
In hout gebed
Zonder van eerzaamheid sluitend bewijs

In stilte twee grenzen word overgezet
– een hele reis
Spaar mij dan, bitte, uw bittere napret

In en over galerie Eric Hoffmann, Elandsgracht 34, Amsterdam.

Voorafgaand aan voordracht mijnerzijds t.g.v. feestelijke opening.

Kinnesinne

De ziener die zich omdraait
En weer terugkeert op zijn schreden
Is meer verlicht, want cynicus
Dan hen die zonder reden

Hun stappen zenden waar het laait
Lijnrecht, dus verbolgen
Zijn twijfelaars de gekken, dus
Zou men zo’n dwaas bij voorkeur vólgen.

Bij Viskil.

In antwoord op ‘Voetganger’ (Schiferli, Nymph 2/2 p.19).

Galadrim

Uit as ontspringt
Wat wiegend zingt
Op briesbewogen zand
Zo sneeft de bloei de hellehond
En is, het grauw al geelgezond
De vlam het meest verbrand.

Bij Viskil.

In antwoord op ‘Yrch’ (Remmers, Nymph 2/2 p.20).

Duizenddroom

Staren in blind niets verdrijft teveel tijd
Leegte komt altijd volledig onvoorbereid
Daar waar ik niets voel ligt alles te wachten
Totdat het de vacuümdood kan ontkrachten

Iedere tijd maakt zijn eigen beeld
Maar de leegte is eeuwig, totaal, onverdeeld
En de leegte is almacht, maar altijd uit zicht
Te verbergen door ons, onzalige plicht

– zo eenvoudig te zwichten om jou.

Paasman.

Over Jacq.