Kaakklap op bekkig
beteuterde kin
onbesuisd sippig
impertinent min
zo dringt mijn buur
zich de supermarkt in
en het park en het bos
en het strand op, want zin
en het ergste, ongeacht het uur
niet zomaar naar, maar ongewoon zuur
is dat ik gewis maar ongaarne erken
dat ik precies hetzelfde ben.
Je zou me die kogel verkopen.
Dit volk is te dom om te fietsen en lopen
en ook om te poepen, of zinnigs te roepen
We zouden ons oma aan beulen verkopen
Hoezo is ons leven gegeven?
Maar ik ben er wel zelf een,
dus blijf ernaar streven.
Niets is nog meer heilig:
heb een goed weekend en hou je veilig.
Maar blijf thuis, malloten!