Vandaag heb ik mijn boeken weggegooid,
Mijn televisie door het raam gesmeten;
Eén etmaal lang mijn kennis weer vergeten
En mijn kop met schminck en rooie neus getooid.
Vandaag heb ik de onzin opgegeten,
Het domme nietsdoen diepgaand uitgevlooid;
Mijn rein ontwikkeld brein in staal gekooid,
En gedronken van dit werkeloze zweten,
Van verrukking, om een wereld zonder zorgen;
Om een rustoord op een globe vol geweld –
En problemen die mij even niet meer worgen
Maar toen ik 24 uur had afgeteld
Heb ik, op die mistig koude wintermorgen
Wel onmiddellijk een psychiater opgebeld.