Ga naar de inhoud

Chielie's gedichten Berichten

Inzien

Terg mij, laat mij langerstamp
Ontknip de dos de kracht
Vuur mij vlijmer, rampvamp
Dagblijf alsmaar, waarblijf, nacht?

Mosseltjes en oesters, lijksterf
Ziel en zingrijp, leegveeg
Bloedloos vloedend kerfbederf
Niemand hier weet wat ik weeg

Soort van Repelsteeltje.

Some things don’t change…

Trillend van jou en…

Trillend van jou en
De koorts in mijn leden
Reis ik, door buikpijn
Bestreden ter Tel

Iemand heeft vrouwen
Tot monsters gemaakt
Maar jij hebt mijn ziel gekraakt
Hou vol ik bel wel.

Nou dag.

Schroeiend van de snelle wrijving
Kartelt, sist en scheurt jouw vlees
Brandend brult het bloed naar buiten
Spuitend lijkt het haast wel hees

En buigend, barstend, breek en blaas je
Buitelend schuif je de buitendood binnen
Krachteloos briesend stok en schokschouder je
Veel te vermoord om opnieuw te beginnen

Zak af.

Viveltra

Ik, en jij, een spookje
Fluistert in mijn hoofd
De vlinder zucht en voelt verdoofd
Wij, een heel fout sprookje

Deuss. Latijn (ME) voor vlinder.

Nog gevonden II

Ik begrijp, het is mij helder
Ik versta vanuit mijn kelder
Hoe en wat u tot mij spreekt
Waar de angel er in steekt
En wat de steek in mij veroorzaakt
Voor hoelang, tot het teloorraakt
En waarom, omdat het doorgaat.

Er

Strijklicht
Ergens, in mijn dromen
Blijven stille ogen komen
Zacht, onaards
Veelzeggend, licht

Zwaar van beproeving
Zwijgzame blik
Ingericht, ongezwicht
Droef door de beboeving

Horizon
Vleugels blinken
Zomaar zon

De Naam van de Roos (de verfilming), onder andere.

Noord

Tegendraads groen dralen in
De lijnen van verstilling
Eenzaam, niet alleen, maar malen –
Atmosferisch verre trilling

Verder nog, naar huis.

Modderdroom

Grijs de ijzeren maagd
De kille mot van boven
Pondrot zeer tot zwaar vertraagd
nsfeerloos misbeloven

Paarbewaar dat arme land
Van straf met haar bezoeking
Bracht de stramdacht ooit de voedhand
Beter een vervloeking?

Als ik even Engeland niet zie zitten.

Great leap for mankind

The time they built your nordic wall
They built not high enough
No monumental afterthought
Fits that black accepted glove

And no light highlights honesty
The way you make it shine
Redemption’s flow’s thus deep in you
It dwarfs the wetlong Rhine

And even if they notice not
I will remain, to be
As adamant, as fiery hot

And all these backshots yet may see
The traces of the rot
Though late, too much for all but we

We occupy the fairest spot.

Warmenhoven.