Trillend van jou en
De koorts in mijn leden
Reis ik, door buikpijn
Bestreden ter Tel
Iemand heeft vrouwen
Tot monsters gemaakt
Maar jij hebt mijn ziel gekraakt
Hou vol ik bel wel.
Trillend van jou en
De koorts in mijn leden
Reis ik, door buikpijn
Bestreden ter Tel
Iemand heeft vrouwen
Tot monsters gemaakt
Maar jij hebt mijn ziel gekraakt
Hou vol ik bel wel.
Schroeiend van de snelle wrijving
Kartelt, sist en scheurt jouw vlees
Brandend brult het bloed naar buiten
Spuitend lijkt het haast wel hees
En buigend, barstend, breek en blaas je
Buitelend schuif je de buitendood binnen
Krachteloos briesend stok en schokschouder je
Veel te vermoord om opnieuw te beginnen
Zak af.
Ik, en jij, een spookje
Fluistert in mijn hoofd
De vlinder zucht en voelt verdoofd
Wij, een heel fout sprookje
Deuss. Latijn (ME) voor vlinder.