Telkens als ik wakker werd
om een ander’s waan
als ik waanzin toeliet
in mijn zegenrijk bestaan
beklijfde dat, ik lijfde wat
verloren tijden in
in beleving, onvergeving
niettemin diens deel
ja, dat zegt heel veel
zelfs verkeren valt te verleren
in, spin, de bocht gaat in
hij luidt er nooit meer uit
maar ik breng, in die ene traan
diep in het verschiet
alles mij ooit aangedaan
bij mijzelf te berd’
om mijn te korte tenen
daarom zal ik wenen.