Ga naar de inhoud

Honderd malen  

Telkens als ik wakker werd
om een ander’s waan
als ik waanzin toeliet
in mijn zegenrijk bestaan

beklijfde dat, ik lijfde wat
verloren tijden in
in beleving, onvergeving
niettemin diens deel

ja, dat zegt heel veel
zelfs verkeren valt te verleren
in, spin, de bocht gaat in
hij luidt er nooit meer uit

maar ik breng, in die ene traan
diep in het verschiet
alles mij ooit aangedaan
bij mijzelf te berd’

om mijn te korte tenen
daarom zal ik wenen.

Gepubliceerd inUncategorized