Ik ben nooit blauw op maandag
want dan is het al dinsdag
op maandag mag ik zingen
van de mensen en de dingen
Als ik aan de tapkraan lag
dan was dat, getrouw mijn inslag
op de zater, als ik schater
om de aankomst van de zondag.
Ik ben nooit blauw op maandag
want dan is het al dinsdag
op maandag mag ik zingen
van de mensen en de dingen
Als ik aan de tapkraan lag
dan was dat, getrouw mijn inslag
op de zater, als ik schater
om de aankomst van de zondag.
De bloesem waait naar binnen
op de eerste zomeronweerswind
vogels fluiten, meeuwen krijsen
net als, onverstoord, een kind
en ik voel aan mijn water
dat ik dit onthoud voor later
als ik weer eens bier zal hijsen
met de maten die ik mis
maar, doorheen hun onzinzinnen
zal verlangen naar wat is.
Tjilpen is een tijdloos ding
en ook heel onverstoord
het gaat door als om je heen
men volhardt in volkenmoord
Voordat ik, ooit, weer zing
wil ik einde aan de nacht
inhoud is er altijd geen
bij vogels zoals ik oh wacht.
Geen blik waardig, het devies
van alle geschoffeerden
die dat wraakzucht averechts werkt
al veel eerder leerden
Ochtendmensen moeten weg
het parool van allen
die zich door de standaardweg
geen nacht laten vergallen.
Het gelijk is zelden rijk
maar rijk krijgt het, natuurlijk
valt over te zeuren
edoch houdt het avontuurlijk
Ook voor wie, nu nog
snakt naar avontuur
komt vanzelf wel op je af
Snacken maakt het leven duur
Ga je straks nog snakken
naar de tijden van weleer
toen je, live op Facebook weer
rustig zat te kakken:
soms heeft rijk gelijk.
En als de deur dan opengaat
dan is dat voor een ander
nergens heen, met niks, behalve
heel veel geverander.
Daarheen gevaren hebbende
raad ik u dat af.
Acda zou zich, zeg ik u
verdraaien, in zijn graf.
Café De Flapcan, Zijlstraat, Haarlem.
Je kijkt naar wat het bovenhaalt
het liever niet naar jou
en langzaam, wijl de lente kaalt
wordt de lucht weer blauw
De lucht staat, grijs en eikelstijf
te niksen boven jullie
Het is, dat zindert door het lijf
altijd de schuld van hullie.
Café De Flapcan, Zijlstraat, Haarlem.
Vissers, ik vind het een zeer
– echt heel erg –
onsympathieke bedrijfstak
want, anders dan keer op keer
– op een berg –
vers vee verdrijven, is het geen vak
maar pure slooproverij
doet u mij dat maar voorbij.
Café De Flapcan, Zijlstraat, Haarlem.
Het is onzalig weer
er valt slechts heel beperkt iets neer
van wat doorluchtig dreigt
wie zijn buurman aan een loop rijgt
zal zich trouwens nog beklagen
bij zachtaardig dagen.
Je stemt en dan zing je
– voorzichtig – een toon
gewoon, om het water te testen
Dan blijkt de poel er een vol verderf
poule van verdorvenen
die het georvene flink verpesten
Wonder van narigheid
door geld gedreven
en op ontklinkerde dreven
drijft, naar weg, de waarheid.