Ga naar de inhoud

Auteur: Michiel van Reenen

Drinkblik

Tegen dwaalgedachten in
Komt er hier geen een
Niet, onverwacht, een grachtenvin
Pleinslurf of een straatdraaf

Geen gedreven jubelzin
Gadeslaan alleen
Biedt, zonder klacht, gewin
Breinturf met gelaaf

Café De Roemer, Haarlem.

Winkelwentel

Alle tassen open
En eruit met al
Op tafel, in cadeaupapier
Eén groot glinsterbal

Pinksterpasen uitgesteld
Uitgestald, vergal
Kalverpet niet met gebral
Want dan telt geweld

Een tent vol leuke toestand
Lente in een winterkamer
Zenders in een weiland

Dwars door alles wild gehamer
Van een kinderhand
Adel, maar voornamer.

Café De Roemer, Haarlem.

Prentbriefkaart

Bon beloond, wordt snel
Eenieder
Die te leven durft

Hoge bomen vangen niet
Veel wind
Ze worden omgezaagd

Wie de strop krijgt
Heeft daar zelf
En luidkeels om gevraagd:

Allemaal gelul.

Café De Souteneur, Haarlem.

Keelkrop

Ik? Een knappe jongeman?
Ja, maar niet vandaag
Alles is zo waterig
Zo loden, en zo traag

Alles is zo herfstziek
Zo onder wol gestopt
Moest kennelijk naar buiten
Was vast opgekropt

Och, zal vast verkeren
Kwestie van goed smeren.

Café De Souteneur, Haarlem.

Reepzee

Strookzomer die zich afbreekt
Op de wintervalreep
Meesleepzee maakt zandstrand
Man doet er zijn voordeel mee
En de moedershonden
Ongeacht het weer wordt
Alles hier
Verwoed verslonden.

Terras van Café De Roemer, Haarlem.

Bakblik

Het is een roosterherfst
Bak uit de wind
Wondergezonder
Dan deel van
Het zomerlint
Het is een roosterherfst
Hoop hete lucht.

Terras van Café De Roemer, Haarlem.

Judaspenning

Niemand stemt, uit zichzelf
Heel zijn leven af
Op waar geen mens te laat aan denkt
De koelte van het eigen graf
Niemand doet dat uit zichzelf
Daar is een God voor nodig
En alleen al daarom
Is-ie overbodig –

durf dat eens driemaal te zeggen.

Terras van Café De Roemer, Haarlem.

Voor Wim B.

Uitje

Tepelbreed verhardt zich, zwijgend
Dreigender verlangen
Dan alleen die ronde memmen
Waaromheen de shirtjes hangen
Breng mij dan getande klemmen
Want er zwelt sadisme
En ik wreek mij, dit ontstijgend.

Terras van Café De Roemer, Haarlem.

Vutzut

Broddelroddel buigt zich over
Alles wat wij doen
Maar er klopt geen klote van
Stuur de broddelroddel met pensioen.

Terras van Café De Roemer, Haarlem.

Toevlucht

Op een stroperig moment
Verdeel ik helen in één half
Smeer ik zalf in open wonden
Slacht ik snel het gouden kalf
Kip met dito ei gevonden
Ben ik toch niet weggerend

Althans, nog niet vandaag.

Nieuwe Toneelschuur, Haarlem.