Ga naar de inhoud

Auteur: Michiel van Reenen

Oud en nieuw, er was eens…

Vantussen de kussens komt heel eng de slungelman
Strevend naar doodslag om later te leven
Of niks was gebeurd, heel de fikse tijd sof
Maar voortdurend ertussen zijn neus en lang haar

Als tussen de bussen de verfzwengelaar
Reeft om de ranzige rotjongens heen
Vol vis, is dat lekker, maar dienstelijk dom
Baardgurend, lussend de leus, vissen maar!

De koning kraait kierend in krotten tekeer.

Van mensen en potloden

Ja, daar is Peter
Maar waar is zijn kader
De bladzijden, mal
Voor zijn malle bestaan?

Zijn lijnen steeds beter
Verfijnder, niet kwader
Steeds minder in tal:
Heiho, de stripfiguur stormt aan.

Kruyswijk, niet Bruyn.

Wanda

Vergeef mij, dit leidt tot verwarring
Maar mijn oor, dus mijn hart
Is van rede de dief
Vandaar mijn in corde zo strakke verstarring
Ik moet dit bekennen, al valt dit mij hard
Door de schaamte, ik vind u zo vreselijk lief.

Voor de Vlaamse Wanda.

Wat leeft?

Wie weet wat Willem werkelijk wil?
Zacht schimmelend ligt kefir stil
Terwijl ik welf van goede wil –
Ik kan er niet meer tegen:
Niet te vreten in de regen.

Id

Alles is niets
Een vier onder vijf
Is Germaanser dan Diets

Een tweede paus Kok
Zal ons net als de eerste
Verkopen wat komt voor zijn gok…

Die is flink, rockt de ruiter
Naar alles gekromd:
Om de meter een stuiter

Hops, hops, haat het paard
Dat de sluier vertrapt
En de driehoge taart

Die, indien ik vanachter haar langsfiets,
Zal spreken, mystiek:
‘Niets is alles is niets’.

In trein Amsterdam-Haarlem met Nils Mühlenbruch, na door hem rondgeleid te zijn in de Rietveld Academie.

Punt.

Lamschap is langer dan leven
Te sterk en te slap
Ruim en krap
Strak en beven

In trein Amsterdam-Haarlem met Nils Mühlenbruch, na door hem rondgeleid te zijn in de Rietveld Academie.

Nu

Peter is als journalist het best van ’t hele land
In Haarlem, slecht dus, want te aardig
Vol geweet en recht rechtvaardig
Peter staat te weinig in de plaatselijke krant!

Als opdracht in exemplaar van ‘Yo hallelujah!’, de tweede bundeling, voor Peter Bruyn.

Dwarsdoorsnede

Voorwaarts schrijden is vooruitgang, Joop
Maar alles heeft zijn grenzen
Wodka net zo goed als Benzen
En als burgers in een brandgangdoop

Nu gaan we strijdloos streven
Maar de bijl kan niet gerieven
En zal zo alsnog ons klieven
Eigenmoordend voor het leven

Het leven is een leugen, paradox vanaf de box
En God is groot omdat wij groot zijn
Daar komt hoogmoed van, onlox

En zelfspot is het zout der aarde
Krent in lange pap vol pijn
Wat telt, dat is helaas de waarde

Bus 77, na borrel met Stijn en Robbie.

Stails

Bas komt binnen, gooit dan buiten zinnen
Met zijn schotsgeruite grote tas
Geweld komt hem gewoon van pas
En moord dat is een middel, om te winnen

Moet geworden, goed gewonnen
Nog één pasje over
Graaf het graf dat zonder lover
Rust, denk niet meer aan geronnen

Bloed, dat zachtverlauwend
Stierf in stilte onder hopen
Kinderen, die sterven klauwend

Lijnen op een lage adelborst
Uranium doet kopen
Kerncentrales zijn de worst

Amsterdam-Haarlem per restauratiewagon, na borrel met Stijn, en Robbie. Als staart, onder andere.