Ga naar de inhoud

Amper zang waardig.  

Dat sierlijk, dat zich
sierlijk, wel
doch anderszins ummsonst

als een hert in hijgbronst
kolkend naast de kroeg verschanst
daar drammend voor mijn ogen danst

daar zou ik graag op schieten
lijk mijn glanzend zaad op tieten
schiet er tenminste nog op, iets
(pull!)

behoudens behoudendheid leidt het
tot niets
het verveelt mij, stierlijk
(bull!)

dit potsierlijk conservatief
creatief voor conservatoren
hoort zich waar dat soort dingen horen
ver, te hangen, zodat ik, te deum

laudamus, het kan gaan bekijken
mij verrijken dus, in het museum

maar niet in een galerie
daar hoort beters, dat ik zie:

de wereld moet vooruit.

Bij gelegenheid van de expositie van het Ampzing genootschap in Kunstcentrum De Kolk, Spaarndam.

Gepubliceerd inUncategorized