Ga naar de inhoud

Fout  

Tegenlichtse duinenranden
Steken tegen strijklicht af
Als ik met het heft in handen
Kijk naar hoe ik om jou gaf

Ik vind daar geen fout maar toch
– blijkt uit jouw zinloos zelfbedrog
dat vast zijn zin toch heeft –
Moet daar iets zijn misgegaan
Dat tergend aan mijn handen kleeft

Als ongeronnen bloed –
en ik kijk in de zonnegloed
die eindeloos de einder nadert –
Weet niet wat ik daarmee moet

En mag het jou niet vragen.

Nieuwe Vide, dak.

Gepubliceerd inUncategorized