Ik hoor, doorknarst, jouw kinderen
Door de telefoon
En de pastoor die ‘m vasthoudt en
Naast me zit
Vindt dat heel
Gewoon
Maar het zijn jouw kinderen
Die, krijsend tegen jouw vrouw
Mij bewijzen hoezeer zij
Onterecht gek is van jou
En ik, ik
Draai mij om en wankel
Heikel langs jou heen.
Toneelschuur, Haarlem.