Ga naar de inhoud

Maand: mei 1988

Lieve Erika, de wind…

Lieve Erika, de wind
Glijdt zoekend door de straten
Eenzaam, herfstig ritselend
Langs muren, bomen en door gaten
En vindt niet meer
Wat bloeide hier
De herfst valt stil, verlaten

Angstig zwijgend beukt de regen
Beuken, netels, vuilniszak
Er knapt iets af, er breekt een tak
Ik mis je.

Lekker lui oplossen

Het zit wit in de boom
Met een boom in de hand
Aan dewelke het aanstonds
De vingers verbrandt
Het voelt zich
Hoe langer hoe meer net een plant
En het maakt daarbij vreemde muziek.

Kwaken en beven zijn innig verweven.

Got it!

Nou maar hopen dat het tinnef
Zich aan kaalman niet vergrijpt
Bloed kleurt lekker bij dat vlekje
Maar geen hond die dan begrijpt
Dat die vlekjes niet zo mooi meer zijn
Als na de zooi en al die pijn
Geheel geen brein meer rest
Dat zo slim is dat het moeiteloos
De toekomst van zijn ras verpest
Indien dit nodig blijkt.

Thuis, na 6 maanden Nieuw-Zeeland, 5 dagen Bangkok, 5 weken ploeteren en doorslaande Arf.

Het zit wit in de boom met een boom in de hand!

Feest

Voor het Eertje dat hedenvandaag gaat verjaren
En zeer binnenkort voor wat geld herverharen
Ook zonder die paar wordt mijn adem wat zwaar
En knalt heel mijn kop uit mijn kassen
Als ik jou naast me zie
Zulk een evenknie
Had niet beter bij mij kunnen passen
Nou, van harte,
Dat wou’k effe krassen.

Kwaken en beven zijn innig verweven.