Die God, die zon over jou gooit
Die doet dat ook met water
Steeds meer azijn ook erin, bovendien
Die God, die is niet bang voor later
Later, als de klokken voor jou niet meer luiden
Zelfs niet meer op zondag, met de vogeltjes,
Dan zijn de druppels kogeltjes,
De mensenzoon verpatst zijn huiden
Later is nog langer dan vanmorgen
Morgen nog weer korter
Toch is volgend jaar ver weg
Het wrakhout wordt nog niet geborgen
Sprak aldus niet Herman Gorter?
Waanzin, vriend, dat is het, zeg.