Ik ben mensachtig
en juist daarmee mens
ik leef in de leegte: Ibiza.
Ik vul mijn dag met beluga en bubbels
en, als het niet anders kan
pizza.
Ik vind het prachtig
om, dat is mijn wens
schietend te sterven in treinen
Of mensen het hoofd af te snijden op beeld
en te dreigen met meer,
van de mijnen
Ik ben slechts machtig
achter mijn grens
waar ik bang en verzuurd mij verschuil
andermans trubbels zijn andermans trubbels
ik was mijn handen van anderman,
vuil
Ik word wel tachtig
en schuif steeds de grens
van wat kan en wat mag naar een tikkeltje verder
Ik ben dat allemaal, jachtig, verveeld
wreed, lief, dom, slim en zeer
onbekommerd, zowel als een herder.
Wie denkt dat ik een deeltje ben
is typisch, wel, voor mij
maar gaat daarbij aan menig gen
en half zichzelf voorbij.