Het regent en het waait te hard
Het valt enorme pegels
En tussen deze regels
Voelt mijn weidsheid zich benard
Ergens in de heuvels, ver
Rolt van de hoogste helling
Als onkruid op bestelling
Een kleine niet vergaande ster
Maar ik zit weer eens in de trein
Terwijl de zon komt gloren
En de wind blaast, ’t is weer fijn
Angst voorlopig ongeboren
Dein ik zachtjes met de drein
En voel mij uitverkoren.
Amsterdam-Haarlem, windkracht 9.