Er vormden zich drie kleutertjes
Op warmgeel zomerzand
Eerst waren zij nog peutertjes
Toen liep het uit de hand
En onder zwarte wolkenbanken
Roken zij het vuur
Nu lopen zij de heer te danken
Knielend, elk uur
Dat hij hun kindzijn heeft gespaard
Temidden van het bloed
Hij vond dat het bewaren waard
Hij zag en vond het goed.
Perscombinatie, DK Amsterdam.