Potplanten vallen *paf*
Bovenop jouw kop
Ik zie wat daarvan een ding is
Projecteer geen ding erop
Ik kijk naar je dia
Denk alleen maar via
Weet -, sodeflikker op.
Nieuwe Toneelschuur, Haarlem.
Potplanten vallen *paf*
Bovenop jouw kop
Ik zie wat daarvan een ding is
Projecteer geen ding erop
Ik kijk naar je dia
Denk alleen maar via
Weet -, sodeflikker op.
Nieuwe Toneelschuur, Haarlem.
‘Vingerwijzend Nederland’
Welgeweldig term
Heb ik heus niet zelf bedacht
Kuijken er al van verdacht
Meer waarschijnlijk Dinger
Ik zal nooit nog wennen
Laat mij door geen oordeel ooit nog
In- of extern jennen
Geef mij argumenten
Laat mij vrij van strop
Durf, en overtuig mij
Of sodeflikker op.
Nieuwe Toneelschuur, Haarlem.
Ik heb jou gezien
Ik heb je zelfs gevoeld
Ik blijf het een wonder vinden
Dat alles daarop is gestoeld
Ik blijf je een wonder vinden
Omdat je, er dwars door
Blijft staan
Blijf dat doen, dan
Blijf ik trots
Dat ik met jou mag bestaan.
Nieuwe Toneelschuur, Haarlem.
Voor Lydia Smith.
Omdat dat foutloos en bedreven ging
Zing ik voor eeuwig bot de lof over dat ding
Waar in mijn eigen vrijheid jij faalt
Weet ik dat ik ‘m allang heb betaald
Waar jij nog moet beginnen
Jij mag nu iets nieuws verzinnen
Voordat ik je door je kop schiet:
En nu goed dood.
Nieuwe Toneelschuur, Haarlem.
Rietlief, ik heb mij
Alweer vergist, vandaag
Waar ik, zelf te traag
Eindelijk het voortouw nam
Is dit weer wat ervan kwam:
Rietlief, het is
Niets.
Nieuwe Toneelschuur, Haarlem.
Mooi, zoals jij terugkomt
Zomaar door de klapdeur
En ik heb geen voorkeur
Voor moment of tent
Mooi, zoals jij bent
Alle onzin plots verstomd
Eind aan het gezeur.
Lugosi’s, Haarlem.
Heel primaire blokken
Glanzend gladgelakt
Warmgeel, felrood, frisblauw
Als een huls eromgeplakt
Passen keurig in de vorm
Vallen fleurig naar de norm
Niet berekend op de gokken
Van het gekke grauw
Lugosi’s, Haarlem.
In geding is niet
Mijn leven, maar
Dat om mij heen
En ik ben, in alles
Altijd al alleen
Daarom dans ik
In gedachten
Niemand die dat ziet
Lugosi’s, Haarlem.
Sjaja, toen werd ik
Kinds ervan
En danste ik,
Waar dat niet kan
Op grote rooie schoenen
Nu zit ik, op te duur tapijt
Dat slecht daarop was voorbereid
De vlekken weg te boenen
Ik had dat kunnen weten
Je moet het niet vergeten
Er is geen vaagheid over aan
Wat echt is.
Geef mij ook vandaag maar niet
Wat jij denkt dat ik wil
Want dat maak ik zelf wel uit
Deel ik als mijn eigen buit
Met mij, en mij, en mij
Wie ik dat ook geven ga
Iemand krijgt het niet en dat ben jij
Waar ik in mijn eigen ding sta
Sta ik liever stil
Stoort mij meestal niet.
Terras van Café De Roemer, Haarlem.