Ga naar de inhoud

Chielie's gedichten Berichten

Naar, wij

Omdat, in donkerdronken
Zich steviger steen verbeidt
Hoop ik, vanuit een somber geborgte
Stil, op een betere tijd.

Voor jou
Om mij
Naar wij.

Café Lugosi’s, Haarlem.

Cupboard

But you believe,
Down deep, there
In yourself
And I find all that
Charming
Be you on my shelf.

Café Lugosi’s, Haarlem.

Bij de presentatie van ‘Trace Eliot’, gedichtenbundel van Aik Kramer (Irrational Library, Haarlem).

Mispleit

Ik houd niet genoeg van jou
Om dat niet mee te tellen
Kan gemis niet boven mijn
Respect voor mensen stellen,
Nog – en ik weet
Omdat het niet sleet
Dat ik dan niet kwijn
Wees dat wel en
Durf te stellen
Of, toch, niet mijn vrouw.

IJstoren

Je kunt dat proberen maar
Altijd
Alleen als je niks hebt verwacht
Komt, uit die onbekeken hoek
Valnijd
Kwaadheid
Word je vals verdacht

Nooit meer open boek
Kraakt, splijt
Onschuld, zoek
Blijf opengooien

Laat niet ontdooien
Wees onbevroren.

Stormstil

Kaler dan
De uitloop, hier
Buikloop nader
Dan het bier

Valer, maar
Nog voor de boeg
Warmer werken
Ploegend zwoegen

Peespigment
Over naar de zomer.

Terras van Café De Roemer, Botermarkt, Haarlem.

Mij maar liever niet

Je weet dat dat verdwazing is
Maar daarvan komt het ergste
Nee, we hebben niets geleerd
Van weer een eeuw geschiedenis
Maar wel van die ervoor, want
Kritische distantie
Vergt militie, massamoord
Dat hoort hand in hand
De frisheid van de
Wereldbrand.

Terras van Café De Roemer, Botermarkt, Haarlem.

Herkenning

Waar als ik,
Langs de bomen heen
Mijn Vrede toch weer vind
En links van alle egoïsme
Alles weer opnieuw begint
Daar heb ik, in grijze zon
Altijd al gedacht aan
Hoe het, tussen ons, begon

Terras van Café De Roemer, Botermarkt, Haarlem.

Spanselschets

Schapenwolk maakt wolkenschaap
Zomaar, onbedoeld
In de kolk van hemelwraak
Is fantasie op niets gestoeld

Waar ik over ’t mijne waak
Vind ik dat wat zomaar kon
Zomaar geile midaggaap
In de prille lentezon

Hoera, hoera, hoera.

Terras van Café De Roemer, Botermarkt, Haarlem.

Klok.

Als op zo’n eerste zomervrijdag
Koelbries nog bestaat
En, ergens van daarbovenaf
Vrieskou naar beneden slaat

Haal ik mijn vermaak uit allen
Die dat minder gaat bevallen
Die onthutst en heus ontdaan
Zich een zonniger bestaan

En veel tequila wensen
Die ik, onderwijl

Met lange teugen opdrink, mensen.

Terras van Café De Roemer, Botermarkt, Haarlem.

Hongerlente

Kijk, de oudverbrilde heer
Met drie van zijn discipelen
Lieden die zich onversaagd
Door hardklank laten piepelen

Zo gaat dat altijd weer
En ik moet u zeggen
Dat men soms, en zonder meer
Ze voor minder om zou leggen

‘k Zou het toch niet hopen
‘k Ken er die er slechter
En verlopener mee lopen
Drie maal één hoera –
Voor de oudbebrilde heer

Zo zie je ze maar zelden meer

En nou de beuk, erin.

Terras van Café De Roemer, Botermarkt, Haarlem.