Doodsnooddeugd, doodsnooddeugd
men kan zich geen voorstelling maken
totdat het zich voorstelt, dan malen de kaken
malende kaken, getochvonden vreugd.
Doodsnooddeugd, doodsnooddeugd
men kan zich geen voorstelling maken
totdat het zich voorstelt, dan malen de kaken
malende kaken, getochvonden vreugd.
Denkend aan Holland zie ik de lijken
prijken in sloten bij Cothen
en speculerende heren staan zeiken
erop en erover – land vol verklootten
net als de rest van de wereld
er wordt veel teveel afgelaft
geblaft en gepiefpaft
– te weinig gekereld
Man eens een straf potje op.
Dingen aan je hoofd
dingen aan je hoofd
murw en stom
totaal verdoofd
dingen aan je hoofd
Morgen is voorgoed veranderd
(niet dat dat ooit anders was,
maar het zal nooit zo meer voelen
alles wat we doen, bedoelen
denken, zien en, achter glas
of erin, zien dansen
is geen anker meer, maar krom).
De zonovergoten dag
van vandaag
laat die jouw testament zijn
alles wat je ons al gaf
ontsloten in een wereldlach
het leven, zelf, dat zonder pijn
straalt, naar ons, omlaag
Laat het goed zijn, want
dat mag.
Je krijgt de tranen niet meer weg
zelfs als je niet meer huilt
waar zijn voor waren wordt verruild
wint altijd vette pech
maar weet, terwijl je zwicht
dat het nooit voor niets is
geen gewolkenfiets is
voorbeeld, voortgang, licht.
vandaag gaat vast mijn moeder dood
zo wordt de wereld uitvergroot
want elk detail een ding
wat mij het meeste raakt
was, met zeep door pa verwijderd
denk ik toch haar ring
want dat is ook de zijne
dat voelt bijna als de mijne.
Ze zeggen dat alles
altijd weer terugkeert
Doe dat dan nu dus
maar even
De rust die ik had
het leven, verweerd
maar altijd weer waard
om te leven.
Die zal niet weer zijn
maar hier, in de weerschijn
van jou, zal ik zonder meer
geven.
En meer, omdat alles
altijd weer terugkeert
DAT – is de zin,
van het leven.
Roert de trom, opstandigt allen
laat u dit niet welgevallen
louter voor de eigen eer
sloopt de kat uw kandeleer
Als dit doorgaat bent u armer
aan illusies en aan warmer
fraaier, en uitbundiger
leven dat al was
men loopt lachend uit de pas
ziet de wereld plundiger
merkt niet wat men aanricht
en denkt dat u wel zwicht –
gedenk uw Mead, want zij zag licht.
Bij hernieuwde bedreiging van het Houtmanpad door megalomane ambtenaren. Ertegen in geweer:
Het is onvrolijk Pasen
we komen om in bloemen
meutes dwaze hazen
bergen eieren, we roemen
weliswaar de zon, die echt is
ondanks 1 april
toch is, ongenadig, dood
er, en die doet wat niemand wil
vredeklievend bezig zijn
die verliest niet snel terrein
maar kan ook weinig winnen
soms lijkt daar wat op verzinnen
nog de moeite ook.
Bij de naderende dood van mijn moeder. Dank aan @Cookie_veD .
Taal heeft maling
snelfilter zelfs
aan huichel en keurslijf
miespel en doordrijf
taal maakt buiging
maar laat zich niet barsten
zal, dwarsgewelfs
ook de kaalstgeharsten
groot, en harig, verbazen
en glanzen gaan, op deuren en glazen.