Ga naar de inhoud

Chielie's gedichten Berichten

Oud en nieuw, er was eens…

Vantussen de kussens komt heel eng de slungelman
Strevend naar doodslag om later te leven
Of niks was gebeurd, heel de fikse tijd sof
Maar voortdurend ertussen zijn neus en lang haar

Als tussen de bussen de verfzwengelaar
Reeft om de ranzige rotjongens heen
Vol vis, is dat lekker, maar dienstelijk dom
Baardgurend, lussend de leus, vissen maar!

De koning kraait kierend in krotten tekeer.

10TV

Zo de man, zo zijn hond
Zo ook mijn mitrailleur
Alwetend dat ik zeur –
Een cirkelvormig eenheidsrond

Morgen zonder zorgen op
’t Vehikel staat al klaar
Milieu is een gebaar
Zo zetten wij daar borgen op

En Hennie Huisman, hulde hem
Zijn lach, zijn ogen, zijn gegil
Falsettokuiken zonder stem

Maar Joop dat is de grootste
Zo kleingeestig sterk zijn bril
Ons Jopie is de Joodste.

Punt.

Lamschap is langer dan leven
Te sterk en te slap
Ruim en krap
Strak en beven

In trein Amsterdam-Haarlem met Nils Mühlenbruch, na door hem rondgeleid te zijn in de Rietveld Academie.

Id

Alles is niets
Een vier onder vijf
Is Germaanser dan Diets

Een tweede paus Kok
Zal ons net als de eerste
Verkopen wat komt voor zijn gok…

Die is flink, rockt de ruiter
Naar alles gekromd:
Om de meter een stuiter

Hops, hops, haat het paard
Dat de sluier vertrapt
En de driehoge taart

Die, indien ik vanachter haar langsfiets,
Zal spreken, mystiek:
‘Niets is alles is niets’.

In trein Amsterdam-Haarlem met Nils Mühlenbruch, na door hem rondgeleid te zijn in de Rietveld Academie.

Nu

Peter is als journalist het best van ’t hele land
In Haarlem, slecht dus, want te aardig
Vol geweet en recht rechtvaardig
Peter staat te weinig in de plaatselijke krant!

Als opdracht in exemplaar van ‘Yo hallelujah!’, de tweede bundeling, voor Peter Bruyn.

Stails

Bas komt binnen, gooit dan buiten zinnen
Met zijn schotsgeruite grote tas
Geweld komt hem gewoon van pas
En moord dat is een middel, om te winnen

Moet geworden, goed gewonnen
Nog één pasje over
Graaf het graf dat zonder lover
Rust, denk niet meer aan geronnen

Bloed, dat zachtverlauwend
Stierf in stilte onder hopen
Kinderen, die sterven klauwend

Lijnen op een lage adelborst
Uranium doet kopen
Kerncentrales zijn de worst

Amsterdam-Haarlem per restauratiewagon, na borrel met Stijn, en Robbie. Als staart, onder andere.

Dwarsdoorsnede

Voorwaarts schrijden is vooruitgang, Joop
Maar alles heeft zijn grenzen
Wodka net zo goed als Benzen
En als burgers in een brandgangdoop

Nu gaan we strijdloos streven
Maar de bijl kan niet gerieven
En zal zo alsnog ons klieven
Eigenmoordend voor het leven

Het leven is een leugen, paradox vanaf de box
En God is groot omdat wij groot zijn
Daar komt hoogmoed van, onlox

En zelfspot is het zout der aarde
Krent in lange pap vol pijn
Wat telt, dat is helaas de waarde

Bus 77, na borrel met Stijn en Robbie.

Wijsheidswaan

En als nu onze Multatuli
Zegt: ‘Mijn God, wat zijn ze dom’
Denk dan niet: ‘Daar lach ik om’
Hij heeft het over jullie

Hij spreekt niet over hen, maar ons
Hij scheldt op jou en mij
Terecht, want recht doen staat niet vrij
Hij kreeg van ons als baas de bons

Ons volk is net zo stom geweest
Als elk dat volken heeft geknecht:
Een wreed, zichzelf bedriegend beest

En wilt u iets veranderen
Beschuldig dan uzelf, want echt:
Het ligt nooit slechts aan anderen.

Bij herlezing van Max Havelaar.

Maalderij

Muziek is een mistig ideaal
Dat streelt en zonder weerga teistert
Diep verwondt en dan weer pleistert
Zengend vuur, perfecte graal

Toren vol van eenzaamheid
Beelden van intens geluk
Muziek bouwt op, maar maakt ook stuk
Wreed, maar ook vol tederheid

En grillig springt de schone muze
Om emotie, naar de keel
Van macho’s, nitwits en confuzen

Laat mij dan die muze dienen
Vol van passie, sterk van klank
Van jubelen tot zielig grienen.