Niet iedere kuch is Corona
maar Covid wel iedere kuch
de maatschappij ontbald
een opgehokte eunuch
Als het kwartje ooit nog valt
van de bietenbrug
juich ik mij verbijsterd na:
“leek me nog zo stug”.
Niet iedere kuch is Corona
maar Covid wel iedere kuch
de maatschappij ontbald
een opgehokte eunuch
Als het kwartje ooit nog valt
van de bietenbrug
juich ik mij verbijsterd na:
“leek me nog zo stug”.
Mijn vader- en mijn moeder-
mijn zuster- en mijn broeder-
mijn nichtjes- en mijn neven-
mijn ooms- en tante-, burenland
Mijn deeltje van de aarde
en de wereld helemaal
verstopte grote waarde
van elke mens, van elke taal
staat ongezien in brand
ik leef, ik schud mijn eigen hand.
Ja, Nevil Shute.
Ik heb nog heel veel pasta
daar past van alles in
en bij en op en over
coronapastazin
Ja ik vind je ogen mooi
Ik verdrink erin
maar in gestifte lippen
heb ik zelden zin.
Heren zijn niet hoog
Dames ook niet laag
Of respect betoond wordt
Dat is niet de vraag
Maar wie het verdient
En ook nog wanneer
Als je geen agenda hebt
Doet dat inzien zeer.
Ik trek dode paarden slecht
ik zie ze liever levend
Ik houd je liever in mijn hand
klein, afwachtend, bevend
maar heel beschermd en veilig
weg van moord en brand
Ik geloof heel heilig
in de zaak waarvoor ik vecht.
Je weet wel hoe dat gaat
’t is kerst, dan komt de schuld
collectezakken gauw gevuld
in ruil voor weer een aflaat
doneren voor de kinderen
doneren tegen haat
de goedheid ligt op straat
maar zal weer snel verminderen
doneren voor de ezeltjes
doneren tegen ziekten
die almaar wrekend piekten
doneren voor de wezeltjes
die bedelend bezwerven
waar wij met kerst gaan winkelen,
gehandicapten hinkelen
naar niets dan eenzaam sterven
beter zou je ook doneren
als het feestloos is
er is nooit iets mis
met goeddoen, kun je leren
en er is niets dat zoveel baat
althans, dat mij zo heugde
als de structurele vreugde
van het culturele maecenaat
Lappen, met je platte bakkes!
Je zou ze de Kerst moeten geven
dan hadden ze wat, van verdriet
(als ze de kost zouden moeten verdienen
hoorde je ze niet).
Als ze ermee kunnen leven
dan zijn ze toch anders, dan ik
van mij voor besteling geen tienen
nog liever bedeling, dan zielloos gepik.
De vuistlach van het kapitaal
ontgaat ons, grootscheeps, allemaal
en dat terwijl de last bij ons
gelegd wordt en blijft liggen
harder snurkend dan de biggen
laten wij ons leven slopen
geven wij onszelf de bons
omdat wij ons rijk hopen.
Vage bondigheid
in vagebondigheid
is de weg die leidt
(of lijdt)