Ik, die aan het begin van het eind
staat, mens, altijd al, al die tijd
maak staat van haat en van angstige nijd
wacht tot de dood mij vanzelf weer bevrijdt
maar zal daarop niet wachten
want da’s de zwakste der klachten
niets anders zien dan naar doenlijks te smachten
doe iets, kom op, overeind!
Terras van Café de Roemer, Haarlem.