Het regent
vluchtelingen
en ik durf niet meer te zingen
van hoe of dat kwam
dat we zelf de boel leegstalen
alle waarde weg, naar huis
en haard versleepten
geen haar ging dat ooit betalen
toen niet, nu niet, nooit
dus dan komen ze het halen
zijn we nog niet uitgedooid
blijven we maar falen
eindigen we toch berooid
en wat wij verscheepten
zal, helaas niet per abuis
en in mengelmoes aan talen
middenop de Dam
ons gelynchte lijk omringen
want zo gaan die dingen
althans, overwegend.