De onberedeneerde angst, om zelf wel niet te falen
Maar ondanks dat de, ooit bedoelde, einder niet te halen
Steeds maar stram op scherp te staan, als aan de rand der rotsen
Nuchter, in een dronken wereld, vol van wrede potsen
Dàt is wat ons mannen maakt, ook als wij vrouwen zijn
Het geeft ons lange baarden, maar van binnen maakt het rein
Het spant de zenuw, traint de geest en maakt inert alert
Wat worden wij daar beter van dan hij die ons de weg verspert?
Een mens, dat spreekt te zijn!
Leren steeds minder te weten is, net als
Het steeds minder weten waarom je nu leert
Steeds minder leren wat je nu weet
En weten, dat je steeds minder leert:
Een bad, in giftig koud zweet
Ik sta hier nog steeds, te ziek en te moe
Mijn eigen uit te kotsen.
Als bij het door mij geredigeerde hoofdstuk ‘Universiteit’ van ‘Studeren In Amsterdam’, editie 1991, behorende ‘meerwaardepagina’. Zie ook