Ga naar de inhoud

Dood spoor  

Vroeg in de morgen zuigt onder haar zolen
De modder terwijl zij verder vlucht
En boven haar hoofd spant een vaalgrijze lucht
Het doek op de wieken der klauwende molen

Weg van de bindende bijbelse tucht
Van de jeugd die haar wreed werd ontstolen
Het is beter, voorlopig althans, om te dolen
Als deel van een zieke en cynische klucht

En voor haar ligt heel in de verte de dijk
Welhaast niet te zien door de stilgrijze mist
Nog zo unheimisch ver over eindeloos slijk

En dat ze zich dodelijk heeft vergist
Dat merkt alleen zij als het spoor van haar wijk
Door de sluipende vloed wordt weggewist

Gepubliceerd inUncategorized