Ga naar de inhoud

Categorie: Uncategorized

Echten.

Zonder vorm is er geen in
Zonder in geen dekken

Maar, zonder in geen trige
Zonder trige dekken

Met in vanzelf vorm
En die gaat ver rekken

Meestal kijkt men andersom
Geeft niet, geen skeletten wekken

Lekker blijven zijn.

Nieuwe Toneelschuur, Haarlem.

Wijseigen

Het is een Belgisch dilemma
Zeg je wellicht beter niets
Bral je de eigen tijd vooruit
Of wacht je, stil, op iets

Dat, wellicht, zwaar komen gaat
Of onverwacht niet meer
Zou je rustig moeten wachten
Op een volgend weerkeer

Vreemd, dat, in verlangen
Alles anders wordt
Dat in dicht, halfduister prangen
Veel alsnog verdort

Het is een Belgisch dilemma.

Nieuwe Toneelschuur, Haarlem.

Zoonopia

Goed, vooruit, baksteen
Recht, hoek, hard en koers
Grom, ronk, midvloers
Immer ergens heen

Maar niemand weet
Wat katte-ogen
Zien, als je voorbij bent

Dat is eenzaam, maar is echt
Ongelogen
Weesteveel

Soms kan ik heel even denken
Meer gorillazin.

Nieuwe Toneelschuur, Haarlem.

Bij het zien van ‘Zootopia’, een toneelstuk van Emanuel Muris met soundscape door Zip Boterbloem, maar bijna helemaal niet daarover.

Herfstsnif

Noem het de kastanjeproef
En laat mij glanzend slagen
Nergens was ik ooit zo blij
Als daar, achter die wagen

Omdat het minder stroef
En zelfs natuurlijk is
Anders dan waar ik nu rij
Minder zuur, en ongewis

Rust waarvan ik houd
Om zijn eigen eenvoud

Nu, meer verkouden
Droom ik van dat gouden

Ga ik om, met wat is.

Nieuwe Toneelschuur, Haarlem.

Hopsik

Als, in tweestromenland
De bieren verschaald
Vis achterhaald
En alle gezichten geschoren zijn

Blijft er dan ergens
Dichterbij nergens
Iets over dat niet opnieuw
Gemaakt is?

Of blijven we kijken
Naar angstiger blijken
Van andermans
Geschiedenis?

Kijk, meer, vooruit.

Nieuwe Toneelschuur, Haarlem.

Adams-appèl

Meisje, ik zou weinig liever
Maar, misschien, wel iets
Ach, ik weet ook niet waarom
Recht is vaker zomaar krom
Iets wel vaker niets
Liever leven dan

Waar ik in mijn vrede leef
Weet ik wat niet hoeft
En geef ik, alles kan

Nu nog leren vatten
Wat je terugkrijgt, dan
Als man.

Nieuwe Toneelschuur, Haarlem.

Plein

Jawel, dat wil ik best
Maar nergens, diep in mij
Pleit mij dat van eigen reinheid
Of verlangen vrij

En niets daarvan is rasbepaald
Simpeler, het hoofse
Niemand die zich respecteert
Gelooft dat, maar ik ben

Wat ik niet vermijden kan
Wil ik ook niet lijden dan
Moet ik mij wel zijn
Er is echt niets anders

En toch is het dijn.

Nieuwe Toneelschuur, Haarlem.

Raak, veelste keer

Als nu blijkt dat
Schelden helpt
Maar ik, tezelfdertijd
Op een welbewaakt moment
Van schrik, iemand omrijd
Is het dan absurd dat ik
In half-verdwaasd ontwaken
Niet meer doorheb hoe en waar
En hard ik ‘m moet raken?
Ik denk van niet, maar
Weet, wat je ziet
Enkel de verwarring
Anders is er niet.

Nieuwe Toneelschuur, Haarlem.

Bij mijn 16de rijles, en een gewonnen conflict, met Nieuwe Vide, over voor mijn deur opgestapeld grof vuil.

Vreemd-eelt

Er is niets af te dingen
Op wat, oprecht, beweegt
Er valt zelfs lof te zingen
Van wat de leegte leegt

Dat heeft zijn zin, niet alles is
Op voorhand er om niets
Als dat zo was, verdween wat mooi is
Altijd in het iets

Da’s makkelijk, te simpel zelfs
En ook niet heel erg eerlijk
Maar wie daarom veroordeelt

Vergist zich deerlijk want
Altijd erger dan de ander
Blijft de eigen binnenbrand.

Nieuwe Toneelschuur, Haarlem.