Ga naar de inhoud

Categorie: Uncategorized

Stand

Het is weer geen viltje
En het klopt, dat mist
Wat romantiek, maar
Waar ik die ooit wist
Maakte-ie me ziek

En alle rhetoriek
En denken uitgegist
Hang ik er niet langer naar
Het was toch al nooit een list
Valsigheid verkilt je

En het regent binnen niet meer
Maar ik ruik wat brand

Sandelhouten fouten
Wachtend op een weerkeer

Nieuwe Toneelschuur, Haarlem.

Ongrijpbaarheid.

Trapvangend halflicht
Fletsbleek gevangen
Teerbroos verlangen
Dat nergens voor zwicht

Als ik in dromiger uren verzonken
Onverhoopt naar jou blijf lonken

Sla mij dan hard, dat
Ben je aan jezelf verplicht

Ik zal het jou nooit doen
Kan dat niet en keur het af
Maar is toch geen fatsoen

Voel het zomaar niet;
Komt vaker voor: ik vergiet.

Nieuwe Toneelschuur, Haarlem.

Onverschillicht

In de slagverstreken zon
Die onderdoor de wering
Door mijn ochtendogen spiest
Krijg ik fijn de tering

Maar ik zal nog lachen
Als wat jij verkiest
Als het ander fratsenmachen
Doet wat het begon

Heel vanzelf

Niet.

Nieuwe Toneelschuur, Haarlem.

Werkt niet.

Ja, dat kun je zomaar doen
Daar ga je niet in falen
Maar je moet dat wel vooruit
En voorgoed betalen

Dat lijkt nu niet erg
Maar dat reikt uiteindelijk
Zonder feest en huldeblijk
Dwars door been en merg

En daar kook je soep van of
Dat geef je aan de hond
Maar daar kom je niet vanzelf
De wereldbol mee rond

Of rechtdoor je leven
Probeer het eens met geven.

Proeflokaal ‘De Gouverneur’, Haarlem.

Pickup

‘Mag ik de suiker meenemen’
Die had ik niet eerder gehoord
En die wordt, in kiem, gesmoord

Want ik ben daar niet van
Verstoord door de gedachte

Door, niet van, een ander
Iedereen mag wachten
Toch gaat dat niet door

Laadt mij mijn triremen.

Nieuwe Toneelschuur, Haarlem.

Raadspel

Je wint dus twee,
Voor de fooienpot
Omdat ik dat net verzin
En da’s een mooi begin

Want kijk, zo is het leven
Het komt niet aan op geven
Maar op het eigen zijn
Wie zich rekent naar de dijn

Ziet daar meer dan er echt in
Zit en ooit gezeten heeft
Neem mij kwalijk, dat is zot
Doe ik mooi niet mee

Nieuwe Toneelschuur, Haarlem.

Rookmelder

Kun je wild gaan springen
Stampen op de zin der dingen
Drammen dat je naar
Een nieuwer wezen wilt

Zal ik blijven vinden
Wat ik vinden moet
Lammen in mijn haar
Draag ik wel, verstild

Proeflokaal ‘De Gouverneur’, Haarlem.

Herfstlente

Kijk, daar hangt
Een vlinder, San
Snap jij daar iets van?

Ik dacht dat het winter was
Zag al bloemen op mijn glas

Meende dat mooi leven
Zoals dat, allang voorbij was

Kijk nou wat daar hangt.

Proeflokaal ‘De Gouverneur’, Haarlem.

Adelpraat.

Yup, wie dat doet
Verdient sympathie
Omdat ik zoveel klare lijn
Zelden ergens zie

Maar ik houd niet van
Doen wat ik al kan
Ook al is dat werken

Van die doffe scheppingspijn
Ook al is te hebben zoet
Betrekken alle zwerken

Dan nog liever zon.

Proeflokaal ‘De Gouverneur’, Haarlem.

Hofcultuur

Ach, je had gelijk, ze zijn
Botter dan zichzelf
Wie in dronken middellijn
Net over de schreef stapt

Is mij liever dan wie rein
Uit het eigen huis klapt
Om cultuur te kijken
Zoekend naar de lijn

Want daar zit geen lijn meer in
Is alleen maar tegenzin
En niet eens van mij
Maar van wie erbij

Maar er nergens in is.

Nieuwe Toneelschuur, Haarlem.