Ga naar de inhoud

Categorie: Uncategorized

Ik ben een klein zwart kevertje… 4

Ik ben een klein zwart kevertje
En ik ben net verhuisd
Dan denk je: ‘leuk’, maar da’s niet waar
Ik ben er ingeluisd

Ik ben een klein zwart kevertje
Ik ben er zeker van:
Sinds vandaag is niks meer zeker
Zelfs niet da’k er niks van kan.

Ik ben een klein zwart kevertje
Ik leid U om de tuin
Dat geeft niet, want terwijl U werkt
Word ik toch lekker bruin.

Ik ben een klein zwart kevertje
En ook een trage bargek
Maar niet vanavond, want nu is het
Alweer tijd voor Star Trek

Ik ben een klein zwart kevertje
Altijd verder, nooit terug
Ik ben een klein zwart kevertje
Voor vingers veel te vlug

Ik ben een klein zwart kevertje
Misschien vind je het raar
Ik weet als klein zwart kevertje:
Vrouwen komen vaker klaar.

Weesperstraat.

Vervolg op Ik ben een klein zwart kevertje…. 3.

Ik ben een klein zwart kevertje… 3

Ik ben een klein zwart kevertje
voor iemand in de buurt
ken ik een klein zwart kevertje
dat hem een kaartje stuurt

Ik ben een klein zwart kevertje
Ik kan er heel wat van
dit kevertje is altijd al
mijlen boven Jan.

Ik ben een klein zwart kevertje
Een zwamneus zonder sik
En Jan lacht om dit kevertje
Maar ik ben minder dik.

Ik ben een klein zwart kevertje
En tot zijn laatste snik
Geeft kevertje de jantjes
Een hele dikke pik

Ik ben een klein zwart kevertje
Jongens, dat is fijn
Tien punten voor het kevertje
Ik win al snel terrein

Ik ben een klein zwart kevertje
En mijlenver van huis
De wereld hoort het kevertje
Lange halen thuis

Ik ben een klein zwart kevertje
En die zijn onbeschoft
Een kever in het denken
Een beetje zoals Microsoft

Ik ben een klein zwart kevertje
Wars van wild gehops
Een appelhappend kevertje
Angstdroom van Steve Jobs

Ik ben een klein zwart kevertje
Vanavond ben ik boos
Op Oracle, voornamelijk
Zo kortzichtig, tomeloos

Ik ben een klein zwart kevertje
Ik speel mijn nummer mee
Dat is het met die kevertjes
Die zitten er niet mee.

Weesperstraat.

Vervolg op Ik ben een klein zwart kevertje…. 2.

Ik ben een klein zwart kevertje… 2

Ik ben een klein zwart kevertje
Met pijntjes aan mijn keel
De stamkroeg van een kevertje
Wordt wel eens wat teveel

Ik ben een klein zwart kevertje
En dus geloof ik alles
Maar niet dat dit nog rijmen gaat
Hele kleine fallus.

Ik ben een klein zwart kevertje
Maar denk nou niet van ‘hups’
Ik ben een klein zwart kevertje
Dus ik word nooit een rups

Ik ben een klein zwart kevertje
En hemeltje, da’s moeilijk
Een kevertje moet werken en
Het leven is verfoeilijk

Ik ben een klein zwart kevertje
Het gaat om de substantie
En, als het kevertje het kan
De smaak van leverantie

Ik ben een klein zwart kevertje
En denk nou niet: ‘wat gek’
Zelfs voor een klein zwart kevertje
Zwets ik uit m’n nek.

Weesperstraat.

Vervolg op Ik ben een klein zwart kevertje…. 1.

Ik ben een klein zwart kevertje… 1

Ik ben een klein zwart kevertje
En denk nou niet: ‘niet weer’
Want net als alle kevertjes
Kom ik morgen nog een keer

Ik ben een klein zwart kevertje
En denk nou niet: ‘nounou’
Da’s niet zo slim, bij kevertjes,
die komen dan subiet bij jou

Ik ben een klein zwart kevertje
En denk nou niet: ‘ha, pret’
Ik vind er niks meer aan, vandaag,
Ik ga maar eens naar bed.

Weesperstraat.

Vervolg op Ik ben een klein zwart kevertje…..

Afknal

Mooie woorden
Moord en doodslag
Morgenochtend Ratko

Zeg mij kaddisj, ergens weet ik
Nergens zweet ik
Niet maar het moet zatzo.

Tweede gedicht van bijdrage aan performance-festival ‘Alles Moet Weg’, 23 maart 1996 in Vide Cultura te Haarlem.

Over mij

Tegen de stroom in, een, nul, een
Vensterklap met vegen
In mijn lege clusters kom ik
Toch van alles tegen

Ergens in mijn virtuele
Rateldravend speelterrein
Ruimte, overstelpend werk
Breekt een bit, en, in lawine

Tuimelt de spaakspraak
Tot stokkend conflict, schiet ik
Zuchtend te hulp, klim ik
Traag uit mijn schulp
En bouw ik wat boxen
Gewoon voor de vaak.

De laatste blijft staan en daarna
Doe ik niets totdat jij mij een klap geeft
En net als ik ben, aan het eind van de rit
Orden ik alles, en jij kijkt en zit

En ik sla alles op, maar herinner mij niets
En dan zet jij mij uit, dan nog heel even aan
Morgen weer lekker lachend opstaan

Vijfde gedicht van bijdrage aan performance-festival ‘Alles Moet Weg’, 23 maart 1996 in Vide Cultura te Haarlem.

Vol

Ho, we gaan weer open!
Fel op verse helpers hopen
Heel misschien meer willekeur
Meer waarschijnlijk meer gezeur
Nieuwe kaarten, hopen lol.

Maar wat komt daar, uit zijn zilver?
Helemaal niet blij mee
Ruimte, overstelpend werk
Mijn agora toch al zo sterk, schreeuwend om wat wol

Heel gelukkig raakt mij niets
Terwijl ik immer tol
Maakt niet uit wat jij nu denkt
Morgen ben ik toch weer vol.

Vierde gedicht van bijdrage aan performance-festival ‘Alles Moet Weg’, 23 maart 1996 in Vide Cultura te Haarlem.

Wild jong geluk, onbevangenheid…

Wild jong geluk, onbevangenheid
Stuk als staketsels die vallend verstarren
Kabels van pijn in
Een muur van woestijn
Enkel de eenzaamheid sarren

Angst en verlangen
Niet beter te vangen dan
Hier in een zuchtende zon
Banger te hangen in wat nu nog komt
Dan te sterven in hoe het begon.

Nog gevonden V.

Netsplet!

En dus, vandaag, is alles weer
Zoals de dag al jaren
Domsnood blijft en woekert rond
En Heildood woelt de baren

Tien jaar verder, in ’t verkeer,
Alles tot bedaren,
Is men zich, verherversnoekerd,
Elders aan het smijtbezwaren.

Maar ik heb er hoofdpijn van
Magenta zien mijn lenzen

Ga in Godsnaam, als dat kan
Ergens anders drenzen

Naar aanleiding van opstelling Magenta in discussie met en in reactie op voorstellen van NLIP, aangaande racisme & kinderporno op het Internet.

Flatnet

Maar hier tiert vrijheid
Graaft zich blijheid
Dwars door grijze muren

Hoog maar vochtig
Staat het tochtig
Van ’t balkon te turen

Wildefeestbeest, voetbalgang
Slooprelaties, ketterzang
En vissen bij de buren

Pang!

‘Flatnet’ is het interne videokanaal van de Weesper studentenflat.