Ik ben een klein zwart kevertje
Met pijntjes aan mijn keel
De stamkroeg van een kevertje
Wordt wel eens wat teveel
Ik ben een klein zwart kevertje
En dus geloof ik alles
Maar niet dat dit nog rijmen gaat
Hele kleine fallus.
Ik ben een klein zwart kevertje
Maar denk nou niet van ‘hups’
Ik ben een klein zwart kevertje
Dus ik word nooit een rups
Ik ben een klein zwart kevertje
En hemeltje, da’s moeilijk
Een kevertje moet werken en
Het leven is verfoeilijk
Ik ben een klein zwart kevertje
Het gaat om de substantie
En, als het kevertje het kan
De smaak van leverantie
Ik ben een klein zwart kevertje
En denk nou niet: ‘wat gek’
Zelfs voor een klein zwart kevertje
Zwets ik uit m’n nek.
Weesperstraat.
Vervolg op