Klam angstzweet breekt mij open
Dit laat zich niet overlopen
Strammerlangs of buitelluid
Spoor ik vallend door mijn tropen
Schop ik slop mijn leven uit
Klapschaar bangervan.
Station Haarlem Spaarnwoude.
Klam angstzweet breekt mij open
Dit laat zich niet overlopen
Strammerlangs of buitelluid
Spoor ik vallend door mijn tropen
Schop ik slop mijn leven uit
Klapschaar bangervan.
Station Haarlem Spaarnwoude.
Ik, alleen verdrootverloren
Leefde in mijn rechtheid
Maar maar even, omdat
Plompverloren haatvlijt
Zonder reden kortverloren
Stervend langs mij heenglijdt
Toneelschuur, Haarlem.
Ik, terug
Bij waar ik altijd wel
Ben, weer
Voor altijd,
maar niet voor jou,
van glas.
Toneelschuur, Haarlem.
Mooi, op een midzomerherfstdag
Vind ik mijn olifantswraak
Grijns ik mijn gangpad en denk ik aan jou
Kortkijkend loopt de boel spaak
Veins ik geen droefmat maar blijf ik mij trouw
Ik lach mijn midzomerherfstlach
Voor Luc.
Omdat het niet was
Werd het vanzelf
Sprong, vanuit het donkerst gewelf
De eigen architect
Daarom leer ik jou
Wat ik niemand leren wil
Niemand is perfect.
Toneelschuur, Haarlem.
Droomverstoken onderstroom
Vormt achterwandend vlakken
Tegen dertig bloederzoom
Helpt een hard herpakken
Immer als ik wegzak
Dieper in mijn roes
Weet ik weer wat doorsprak
Ik houd niet van de blues.
Toneelschuur, Haarlem.
Ik ben, als jij
Zo naar mij kijkt
Eenzaam verrijkt want
Ik zie er het zelf in
Ik denk dat als ik
Dat blijvend verdien
Ik voor altijd
Jou ga zien
Ik vind dat niet erg want
Ik zie je zo scherp.
Toneelschuur, Haarlem.
Ik kijk naar Eef en
Ik denk door mijn wimpers
Da’s waar, je bleef en
Je bent een mooi wijf
Maar, op de dag na Chantal
En het misdrijf
Past daar geen wreef en
Begint straks de klimpers
Het is nog maar.
Toneelschuur, Haarlem.
Geen netwerk
Voor mij, als dat kan
Ik heb er
Allang teveel van
Ik wil
Alleen met mij
Zijn met zij
Vandaag.
Toneelschuur, Haarlem.
Ik zie jou in dronken blauw
Altijd als ik opkijk
Dat is irritanter dan
De hemel waar ik heenreik
Toneelschuur, Haarlem.