Ga naar de inhoud

Categorie: Uncategorized

Vreemdfeest

Kom, want we gaan feesten
Jij met je cavia, en ik
Met mijn kat
Ieder in zijn eigen stad
Daar kan dat toch niet samen

Door beslagen ramen
Zullen ze ons zien
Jou met je geheven glas
En mij met zes tot tien

Zuid-WTC, Sloterdijk.

Feestvreemd

Daar, vanuit die donkerhoek
Lodderen jouw ogen
Deinen duf de uiers waarop
Jij zo graag mag bogen

Likt, langs lippen, rood jouw tongpunt
Hunkerend naar mij
Maar ik loop er boos voorbij
Ik vind het een onstunt

Ik moet glazen wijn.

Kronenburg, Amsterdam-Zuid.

Dinges

ik moet dus niet zelf
aannames gaan maken
sjee, weer iets geleerd
wat ik allang vasthad

Omdat de Harmenjans het niet zelf gedaan had.

Nounounounou? – II

Wat, als mijn wijsvinger
Keurig vervormd
Vormloos recht in jouw richting priemt

Sla jij mij dan, plat
Vlak op de mond, of
Breek je, met de betonschaar

Langzaam hard mijn leven af
Of laat je, in mijn waarde
Jouw leven waar het naar me

Staarde?

Toneelschuur, Haarlem.

Slagschaduw

Jij hebt van een beter tijd
Een slecht moment gebrouwen
Jij hebt, uit echt vertrouwen
Zinloos strijd gehouwen

Jij gelooft dat dat zo hoort
Omdat het je geleerd is
Ik zie dat als groot gemis
Boterrans bij betervis

Niet dat mij dat uitmaakt, verder
Nu niet meer, nooit meer hier
Ik wacht kalm op beter bier
Luister braaf naar jouw gemier

Kijk naar strijd, en moord, mijn herder

Recht zich in mij, fier.

Station Spaarnwoude.

Illegibility

I can’t read what you are saying
Through your mind I can’t help flaying
All of me through all of you; there’s
Only so much you will ever do
To life, and love itself
I place you, on your very own shelf
Truth holds that this IS a lie
It’s only mine and yours to try

Decline.

Toneelschuur, Haarlem.

Bladeren

Zomervonken overvlogen
Hersteek ik mijn haardvuur aan
Herfstbeklonken eenzaam lonken
Staart mij, ijzig Iers, niet aan

En ik denk, plomp verloren
Terug aan die parkeerplaats
Waar ik, zo vaak wel, toen niet was
En alles is helder als glas

Alles is hoe het altijd al was
Dus wil ik nu graag meer wijn.

Toneelschuur, Haarlem.

Mankel

Ik hoor, doorknarst, jouw kinderen
Door de telefoon
En de pastoor die ‘m vasthoudt en
Naast me zit
Vindt dat heel
Gewoon
Maar het zijn jouw kinderen
Die, krijsend tegen jouw vrouw
Mij bewijzen hoezeer zij
Onterecht gek is van jou
En ik, ik
Draai mij om en wankel
Heikel langs jou heen.

Toneelschuur, Haarlem.

Rede

En op mijn eerste plaat
Groef ik, door tijd, mijn voren
Terwijl jij mij, in wat van jou is
Die weer eens laat horen

En zo ben ik, in wat van mij werd
Altijd weer tevree
Omdat ik hier, weerom versperd
Blijfleef, in jouw lee.

Toneelschuur, Haarlem.

Aucun

Amusement je trappe içi
Et moi, vaincu, je pense
Que tu, et les tiennes
On y vont, mais moi
Je danse jamais.

Toneelschuur, Haarlem.