Ik ben een weerwolf
Het zacht vlees scheurt taal
Noch teken onder grauwe klauwe
Met nagels van novetten
Een duivel van een distichon
Die scherend op u afscheurt
Bij het meer, als de maan, hij lijkt bleek
Achter wolken van vraathaat vooraanschuift
En vol van mij u kogelt met kwatrijnen