Ga naar de inhoud

Auteur: Michiel van Reenen

Vliegles

Waar ik leeg als vilt ben
Wit in middaglicht
Ben ik geen gezicht,
Gezwollen, wild en
Ongericht

Te snel, het leven als
een kogel
Vogel, vederlicht
Willoos projectiel

Willoos projectiel?

Even, als
het sticht.

Terras van Café De Roemer, Haarlem.

Wanhoopweg

Niets, behalve onthouden
Behalve nog steeds doen wat moet
Er ligt geen zilver, geen gouden
Verdienste verborgen in bloed

Er is, sowieso, geen verhulling
Het is zo klaar als een klont
Dromen gaan nooit in vervulling
Cirkels worden nooit rond

Niet vandaag, niet morgen
Het is voor altijd voorbij
Toch zal ik blijven, en beklijven
Blij, met mij erbij.

Terras van Café De Roemer, Haarlem.

Bergheil

Er zijn geen rare plaatsen
meer verscholen in mijn brein
waar onverholen wordt gestolen
van een vers refrein

In het struikgewas zingt, stil
mijn hart dat, onverborgen
nooit meer terug aan morgen denkt
maar, wild, zich nog eens inschenkt

Op mijn rug, met worgen
klauwen, bitterkil
andermans misplaatste zorgen
teruggekaatste nijd

Ik kijk naar de bergen
hef mijn ogen op, die dolen
als de vingers van melaatsen
naar mijn hulp, die komen zal

En ergens in dit al
zal die niet nodig zijn
bij mijn terugkeer in dit dal
waar ik, ook voor jou, moest zijn.

Thuis.

Bij terugkeer naar, en uit Vorderhornbach. Voor Reina Milligan.

Stroomgebied

Prachtig, is het, dat
als en waar het waar is
het is waar het klaar is
waar het daar is,
in de stad.

Terras van Café De Roemer, Haarlem.

Zweem

Na vieren, als
vanzelf
de kruimels overal
tuimelend zijn
neergedaald
fel, de zon zich
afstraalt
glans ik in mijn wereld.

Terras van Café De Roemer, Haarlem.

Delf

Omdat, als alles ingroeit
het toch opzij zal moeten
(bloed- en ruwweg wroeten
enkel leidt tot loze pijn)
ga ik vast die kant op
neem ik het op band op
spring ik er fijn uit
totdat het, uit zichzelf,
weer bloeit.

Terras van Café De Roemer, Haarlem.

Geven

De grote hyacintenboom
– met blauwe blaadjes
die is vandaag pikwarm
van de goede daadjes

Ik zal hier, als mokro-oom
– maar dan straatarm
eens lachen, naar een medelander
beter land is voor de ander

Nimmer Voor Jezelf:
Doe Wel, En Zie Niet Om.

Met dank aan Frank Huynen en Kinderopvang Prinsheerlijk.

Kus

op zich laat het wachten
maar ik niet op mij
want zelfs in gedachten
word ik niet blij

van eindeloos talmen
van telkens niet doen
herkauwen van halmen –
stil! hier, zoen.

Pleurijs

maar als ik,
terug tot mijzelf geworpen
kijk naar ’t gekakel
in ijzige dorpen

reis ik nog liever
zwart naar de zon

dan te blijven in waar het
vanzelf, begon

hier, waar ik echt leef

omdat ik liever tegenstreef