Ik keek hedenmorgen
naar dat fotootje, door jou
van een felgekleurde regenboog
die afstak tegen blauw
Ik dacht “Ben weer te laat”
dus nu neem ik mij voor:
morgen huppel ik op strand
want dat gaat zo niet verder, hoor.
Ik keek hedenmorgen
naar dat fotootje, door jou
van een felgekleurde regenboog
die afstak tegen blauw
Ik dacht “Ben weer te laat”
dus nu neem ik mij voor:
morgen huppel ik op strand
want dat gaat zo niet verder, hoor.
Hoe kunnen wij niet vreselijk zijn
Is er een weg nog, daarheen?
Gedijt nog goed, daar diep in ons
of zijn we in- en ingemeen?
Is er iemand die ons ziet
zoals wij willen zijn?
lijken wij liefde, of zijn wij pijn?
Is iedereen een stuk verdriet?
Weet ik wel, je weet het nooit
maar ik weet het wél:
ergens, laag in elke hel
overleeft ook hogers
tussen de betogers
staan de twee verhalen
van wie strevend falen
en het recht van ooit.
Klopklop, er aan, erop
de deur van deze winkel
waar men op gedempte gracht
alles verkoopt, ook wat je wél verwacht
Maar vandaag voor mij geen strop
ik ben geen boerenkinkel
ik zoek geen geld en zelfs geen seks
ik zoek een bezem voor m’n heks
Een bezem voor m’n heks
een bezem voor m’n heks
hoe moet ze anders vliegen?
Of de bodem of de brand
Daarvoor draait er hier geen hand
feest van liegen en bedriegen
Dus zo is het, anders niet
want ik wil de kookpot niet
die anders op me wacht:
ik wil rust, vannacht
Dus vandaag voor mij geen masker
ben geen boerenkinkel
zoek geen schmink en zelfs geen seks
maar een bezem voor m’n heks
Bezem voor m’n heks
Bezem voor m’n heks
hoe moet ze anders vliegen?
Waar moet ze anders liegen en bedriegen?
Maar we zetten ze niet op de stapel hier
we lachen en we drinken bier
bewaren dat voor later
voor nu ontrieft ons dat geen zier:
we werpen ze te water
Geduldig, dat is de rivier.
Plots is dit een nacht van pracht
(de jacht van wolkenluchten)
waarin wij niet, als net nog wel
zuchten onder regendrup
Het is net het net in dub:
geleegde echo van de hel
vergeven van verboden vruchten
die het leven blijven geven
want dat schijnt te horen
of het sterft of wordt geboren
dat is om het even
vreemd, zeer zinloos streven.
Ze zeggen dat je altijd moet schrijven voor altijd
Want teveel van wat vandaag is wordt verdaagd voor je het weet
Ik denk dat als ik nu al weet wat straks gaat zijn verdaagd
Ik ongevraagd dan ziener heet.
De een z’n milieu is het andere niet
De een z’n plezier is de ander z’n pijn
Ik zou het liefst, dat lijkt mij fijn
Noordvoort afzetten met linten van landmijn.
De wolken storten water terug in zee
mijn tranenvloed valt mee
andermans verkiezing
hangt zwanger in de lucht
De loopstrook lijkt steeds smaller
maar wordt, niet minder maller
breder, stiekem, onverwacht
behalve voor wie laatst lacht
Toch zwaar gezucht
en echte angstbevriezing
want dat blijkt allemaal best tof
maar de vraag is wanneer, niet of.
Sterk en stevig doorpakken
dat zou ik adviseren
Al wat uitsteekt afhakken
dat zal ze leren
En goed stampen ook, erop
gewoon omdat het kan
en ook best wat oplucht
maar dat is een heel slecht plan
dat lijkt wel leuk, voor even
lijkt ruimte om te leven
maar juist dat is het echt alleen
voor allen tegelijk, niet geen
Geen later diepe zucht
geen eeuwenlange strop
maar beter dan tevoren
kun je de slag, van de pendule, horen?
Slaan van kwink werkt slechts
als kwinkslaan nog wel werkt
Wie zich laat bedotten door te simpels
dat de angst versterkt
Laat zich ook beknotten, niet door wimpels,
virus, maskers, echts,
maar door eigen waan en woede
om het moeilijk leven
zei ik al ten overvloede:
beter is te geven
Beheersingsdrift door tegengaan
leidt tot massagraven
die helpen niet, nooit gedaan
liever aan het lukken laven
dan aan het mislukken:
maakt voor beter tukken.
Een rollercoaster van kalmte
Een zee van nergens zee.
Maar wel een meer
dan druk verkeer
Want frisse lucht
gebrek aan zucht
en empathie, ermee:
een fijn geval van Almte.