Ga naar de inhoud

Auteur: Michiel van Reenen

Kerstpeins

Het is een raar jaar geweest
met veel dat anders werd
Ik kan niet zomaar zeggen dat
het slechter werd, hoe zeg je dat

“Het gaat best goed”, geloof ik
In elk geval beloof ik

naar best te blijven streven
En als het dan niet beter wordt

of slechter zelfs, niet gemord:
dan heb ik toch gegeven –

je kunt slechter leven.

Kerstwens 2010.

Ketelgrom

Ik vroor uit mijn hemd
met de stoom uit mijn oren
omdat het allemaal stuk was

en, waar zulk een ongeluk was
– natuurlijk –
niets nog fijn kon zijn

maar, vandaag
(hoewel wat traag)
gaat het als een trein

het is warm weer
(niet bevroren)
mijn verkeer is niet gestremd:

ketel gromt, als nooit tevoren.

Ik, op Facebook: “Ik wil graag dat u naar de verwarmingsketel komt kijken.” “Ah, u wilt een onderhoudscontract afsluiten?” “Nee, ik wil graag dat u naar de verwarmingsketel komt kijken.”. @victorschiferli: “Ik heb namelijk een heel mooie verwarmingsketel.”

Zinloos gegil

Ik zie de gieren al scheren
boven dit steeds platter land
als we de brand willen keren
moet dat toch echt hand in hand

En beter dan te halen
om wat, van uur tot duur
we ongewild betalen
(doem van de vultuur)

brengen we de boel op orde
nemen we de hardste horde
kijken we verstild naar binnen:
beter, moeten we verzinnen.

Wijngaard, Lelystad.

n.a.v. Uitzending van ‘Buitenhof’ en artikel waarin prachtig woord ‘vultuur’ onbedoeld opdook.

El Sephir

Nonoplossend onregeren?
Doe mij de regentie
Al wat ooit verzwegen werd
was incontinentie

Links dicteert? Louter rechts
beheerst het ondebat
Maar ga vooral nog even door
Ik ben het nog niet zat

Ik hoef geen gelijk te krijgen
als ik het maar heb
Jouw vertwijfeld onzinrijgen
is mijn pure pep.

Terras van Café De Roemer, Haarlem.

Sukkelvlucht

Hameren haalt geen gelijk
maar maakt een pot vol herrie
Elke nacht een merrie
maakt nog geen apocalyps

Moest u zich niet eens verhangen?
Het gaat mij niet om het stangen
maar u ziet wat pips
Is u bang soms, voor gezeik?

Gezeik hoort bij het leven.

Terras van Café De Roemer, Haarlem.

Fantmandje

Heel je leven kan maar passen
in een mandje, aan je fiets
Dat zegt niks, want tassen
kunnen ook nog vol met niets

En mijn klein blauw olifantje
(aangestampt, in holle kies)
geeft de muis wat graag een handje
want is van geen leven vies:

en zo moet dat wezen.

Storing, Haarlem.

Herfstzang

Laat ik proberen wat blijer te zijn
Met niks, omdat het kan
Omdat, als ik me omdraai,
alles toch verrassen kan
en alles even fraai zou kunnen
klinken, in een nieuw refrein.

Terras van Café De Roemer, Haarlem.

Nooit meer hoeven

Mijn martelijzer martelt niet
Maar brengt vandaag verschiet
Ik leer weer thuis te zijn
Uit verlangen, nog niet toe aan
mij verhangen – nooit niet ook
Want al wijzer dan destijds
Altijd al mijn eigen spook
In mijn dikke kop zo weids
dat ik vanzelf blijf zoeven.

Terras van Café De Roemer, Haarlem.

Ken niet

Ga mij nou niet vertellen dat
je dit niet hebt gezien, dat
tegen alle stromen in jouw glimlach telt
voor tien
Ik weet het niet, ik
zie het niet, ik
voel mij niet zo snugger
(was ook nooit zo heel geschikt als
kopvreesgatenplugger).

Terras van Café De Roemer, Haarlem.

Passant

Ik heb, in heel mijn leven
nog nooit iemand gezien
die mij niet zag, behalve eerder
op een podium, misschien
ook dat-ie daarom bleef –
ik kon het niet vinden, in
wat hij vervolgens schreef.

Terras van Café De Roemer, Haarlem.