Ga naar de inhoud

Nachtraas  

Ik maak geluiden die jij niet kunt duiden
(vrrooaapp, vrrooaarr, vavoeemmmm)
kogel onder sluikse regen
door een stad met lege wegen
(wereld op weg naar een donkerder doem)

Jij slaapt, ik gaap
grijns, zet ‘m in z’n vijf
raas drie meren langs en blijf
rijden naar de dageraad

Straks, als jij opstaat
kijkt, verbijsterd, ik
jouw ochtend, mijn avond
na, vanachter bierblik

Op naar huis, om uit te luiden
weer een dag geschraagd:
opdat u kunnen zult en blij blijft
gaan wij waar het u behaagt

Het is een heel vreemd vak
Dronken prima, snuifstrak niet
oud of oerstom mij een biet
maar met stip op stukst verdriet:
betweter, kouwe kak

Rotrijk volk, rot op.

Gepubliceerd inUncategorized