Regen rolt zoals de golven
ongerechtigheid bedolven
onder hervergroeiend groen
en ik kan niet anders doen
dan rustig op- en af te wachten
te bedenken, in gedachten
hoe het nooit meer wordt als toen
maar wel een mooie herfst.
Regen rolt zoals de golven
ongerechtigheid bedolven
onder hervergroeiend groen
en ik kan niet anders doen
dan rustig op- en af te wachten
te bedenken, in gedachten
hoe het nooit meer wordt als toen
maar wel een mooie herfst.
De boosheid uit zich hier
in kromtrek van de deur
die niet is wat ik mooi vind
maar wel wat ik bespeur
En dus is de teneur
die van een zooiend kind
en dat waarmee ik leur
de woede van geen dier.
Kom, en dan maken we soep voor erbij
Knolrapen, lof, schorseneren en wij.
Ik ben geen proper partner voor een goed gesprek vandaag
Ik zou het heel graag voeren want ik praat te veel, te graag
(ik raaskal vaak, waarbij ik ziel en zaligheid ontbloot)
maar de vogel in mijn bek, die ging zoƫven dood.