Ga naar de inhoud

Maand: januari 2013

Rechtspraak

Want we zijn de waakhonden
we waken over alles
bij wat lijkt, krijsen wij
“Hei, agentsje, knal ‘s?!”

Lijken wij verbonden
maar moeten niet gek kijken
als, de opwinding voorbij
we zelf op lijsten prijken.

Beatrix

Dank u, Lieve Koningin
voor, al die tijd, goed voorbeeld
in en voor een land dat zich
te snel, te fel, veroordeelt

U was bij het mooie, en
het erge en het slechte
zo waren wij daar samen
in dees’ steeds belegerd veste

Fatsoen, moest ieder doen
maar deed U, al, altijd
Zelfs onze waterzon wordt wat Yong-Un
van zoveel Majesteit.

Nu is het Majestijd, en ik
buig dankbaar, op 1 knie
zoals dat hoort, en hef dan ’t hoofd
naar de toekomst, die ik zie

wij en uw Oranje
Dank u, Lieve Koningin
voor meer, dan mooie franje.

En de dood ook

Ik ben een oude man in het
ondiepst, van mijn gedachten
met enige weemoedigheid
dat wel, en ook met klachten

maar klagen zal ik niet
want er is nog verschiet
en ik ben heel tevreden
met wat was maar is vergleden

ze noemen me “Meneer”
ik moet u zeggen, dat doet deugd
vrouwen schatten me te jong
ik weet niet of dat reden is voor vreugd

maar klagen zal ik niet
genieten wel, van elke
teug, waarvan dan ook
van schoonheid van verwelken

ik drink uit alle kelken
ik wil proeven, ook verzet
aan mijn lijf geen droevigheid
leve het leven, en de dood ook.

Plektrek

Desolate dingen
je gaat ernaar verlangen
als je om je heen
de mensen zich weer ziet verhangen

Ik heb dat op zich zelf niet
maar ben wel graag alleen
het liefst in drukte, ik geniet
als ik mijn ziel kan horen zingen,

middenin de massa
maar dan op 3-hoog voor.

Anderpad

Tegen de tijd dat
alles verglijdt
was dit allang verdwenen

En over de heuvel
kraai ik pret
bij neming, van benen

Ik duid mij niet euvel
zo is dat maar net
(vroeger was dat anders)

Achter mij gesneuvel
(meestal medelanders)
ik ben ook bereid
maar kies het anderpad.

Na maak

Als ik nou niet snel gebeld word
gaat het allemaal voorbij
dat is trouwens ook niet erg, want
het wordt zonder mij ook mei

altijd weer, na maart.

Wordfeut

Ik zit er zelf verbaasd van
wat er op mijn plankje ligt
letters om iets moois te schrijven
(wel te kort voor een gedicht)

maar het legt vandaag niet aan
al is ‘kunstje’ prachtig:
ik leg dus maar ‘kut’
(wel voor vierentachtig).

Dom

en als, in allerlei geleuter
dingen zich verzamelen
dan aarzel ik slechts zelden, onderweg
naar Hamelen

en eenmaal daar zal ik, in eenvoud
rusten op wat lauwert
intussen, echter, ergens bij Ljouwert
sterft mijn zelfbehoud

Zeg, zal ik nog, kleuter?