Tussen velg en voorvork
steekt men spaken
in het wiel
daar kan men dan mee rijden
Ik, gebelgd door hork
steek liever staken
debiel
– ik kan ze niet lijden
Dat komt, ik ben een wandelaar
ik zie ze liever vliegen
en hard landen, niet zo raar
dat komt, van dat bedriegen.
Iedereen is mijn vriend totdat-ie zelf ’t tegendeel bewijst. Racefietsers-in-groepen deden dat, vaak en veel. Ze zijn de natuurlijke, onbeschofte vijand van de wandelaar. Ze lijken stoer, maar daar is niets van aan. Nee, dan de tourfietser.