Ga naar de inhoud

Maand: oktober 2004

Schmincklog

Monter opgedonderd
En ook daarom niet zo bleek
Zit ik, net als elke week
Tevreden achter standglas
En de blauwe clown, verwonderd
Die mij net nog aankeek
Weet zich, zoals gister bleek
Lid van weer een randras:
De gebruinde blogger.

Café De Roemer, Haarlem.

Naar aanleiding van een discussie, bij B&W van de VARA, tussen Francisco van Jole en bekende bloggers, die mij op mijn site op 1 dag 2054 hits opleverde; het geheel deed mij in woede ontsteken.

Regentijd

In een droeve moesson van
Ondermaats gepraat
Rakelt zich dat dom orakel
Zat en banger dan
Alles dat het ziet, daaraan
Op aan rap gekakel
Zonder eerst te kijken:
Kunst. Moet. Blijcken.

Café De Roemer, Haarlem.

Naar aanleiding van een discussie, bij B&W van de VARA, tussen Francisco van Jole en bekende bloggers, die mij op mijn site op 1 dag 2054 hits opleverde; het geheel deed mij in woede ontsteken.

Marsdiep

Aangenaam, maar dan
Voor heel onaangenamen
Waar ik traag door laagland kruip
Sluipt oneindig domheid samen
Dat komt dan weer op tv
Zo wonen wij samen
In een ander land.

Café De Roemer, Haarlem.

Naar aanleiding van een discussie, bij B&W van de VARA, tussen Francisco van Jole en bekende bloggers, die mij op mijn site op 1 dag 2054 hits opleverde; het geheel deed mij in woede ontsteken.

Winkelwentel

Alle tassen open
En eruit met al
Op tafel, in cadeaupapier
Eén groot glinsterbal

Pinksterpasen uitgesteld
Uitgestald, vergal
Kalverpet niet met gebral
Want dan telt geweld

Een tent vol leuke toestand
Lente in een winterkamer
Zenders in een weiland

Dwars door alles wild gehamer
Van een kinderhand
Adel, maar voornamer.

Café De Roemer, Haarlem.

Springvloed

Pomp meer vertrouwen in
Stellers, van norm
Bellers, van Storms
Es er de zekerheid in

Ergens, in die kille toekomst
Zit er dan alsnog
Erger dan riviervisch log
Plots en toch muziek in

Leven, in de duistertrog
Wentelzwemmen, naar omhoog
Mijn land houdt het niet droog
Dat is haar grootste zelfbedrog

Dat lijkt een Zeeuws dilemma.

Café De Souteneur, Haarlem.

Snifbacterie

Waar mijn zwaar getergde neus
De winterwende ruikt
Weet ik dat, in poolwind
Schuilt wat altijd fnuikt

Microscopisch kleine reus
Goliath die David sloopt
Altijd vroeg en onbemind
En, doorgaans, onverhoopt:

Moet maar overhoop
Want gooit het
Alles, dat het doet

Heel het leven op de loop
Want prooit het
Omdat het wel moet

Café De Roemer, Haarlem.

Prentbriefkaart

Bon beloond, wordt snel
Eenieder
Die te leven durft

Hoge bomen vangen niet
Veel wind
Ze worden omgezaagd

Wie de strop krijgt
Heeft daar zelf
En luidkeels om gevraagd:

Allemaal gelul.

Café De Souteneur, Haarlem.

Keelkrop

Ik? Een knappe jongeman?
Ja, maar niet vandaag
Alles is zo waterig
Zo loden, en zo traag

Alles is zo herfstziek
Zo onder wol gestopt
Moest kennelijk naar buiten
Was vast opgekropt

Och, zal vast verkeren
Kwestie van goed smeren.

Café De Souteneur, Haarlem.

Hekwerk

Zonder hek geen goed geleiden
Met, geen samengaan
Heras komt weer, tussen beiden
Groeien bramen tegenaan

Komen rare toetjes van
Te zuur, te zoet, te zonder
En zo is, zelfs afgezet
Deze plek een wonder

Elke hekplek is dat, want
Anders rasterde men niet
Maar deze is het net iets meer
Omdat u deze ziet

U ziet, dat gaat vanzelf.

Café De Roemer, Haarlem.

Drinkblik

Tegen dwaalgedachten in
Komt er hier geen een
Niet, onverwacht, een grachtenvin
Pleinslurf of een straatdraaf

Geen gedreven jubelzin
Gadeslaan alleen
Biedt, zonder klacht, gewin
Breinturf met gelaaf

Café De Roemer, Haarlem.