Zal ik jou eens redden
van het spoken in jezelf?
Van de ketenrammel in je kelderlijk gewelf?
Waar ik stumpers zuchten hoor
op uitzichtloze dagen
en ik weet dat alles zich alleen maar kan vertragen?
Ik zal niet versagen
waar jij faalt, maar wel daardoor
brozen verder schragen, dus
waar jij uitsluit geef ik kus
en durf ik best te wedden.