Waar mijn zwaar getergde neus
De winterwende ruikt
Weet ik dat, in poolwind
Schuilt wat altijd fnuikt
Microscopisch kleine reus
Goliath die David sloopt
Altijd vroeg en onbemind
En, doorgaans, onverhoopt:
Moet maar overhoop
Want gooit het
Alles, dat het doet
Heel het leven op de loop
Want prooit het
Omdat het wel moet
Café De Roemer, Haarlem.