‘Joden’, zegt Kafka, ‘die denken beweeglijk
Wij kunnen dus niets statisch plaatsen’
Zo zijn dus de veewagens beelden van stilstand
Hardnekkig in het wrede kaatsen
Slimsten nemen grote sprongen
Ongewoon te schuifelen, sloffen
Dat haten de tragen, de nauwen van geest
Die woedend uit elkander ploffen
Waren wij allen maar jiddish.